Door Hans van Sunder op vrijdag, 22-06-2018 in

Fantastisch feestbeest

Grote aantallen worden er van ‘hot hatches’ niet verkocht. Het zijn imagebuilders. Dus als je er dan – zoals Hyundai – één uitbrengt, dan kun je er maar beter ruim de tijd voor nemen en het meteen goed doen. En dat is precies wat er is gebeurd met de i30 N (en N2). Vooral de N2, waarmee ik heb gereden, legt het vuur na aan de schenen van de Europese concurrenten.

Dat is een prestaties van jewelste, want een Renault Mégane RS of Ford Focus RS en Volkswagen Golf GTI hebben hun naam al lang en breed gevestigd. Nu acteert Hyundai met succes al een paar jaar in het WRC (World Rally Championship) en heeft, weliswaar met de i20, veel ervaring en knowhow op kunnen doen, maar het is toch best een stap om een echte sport-hatch aan de ‘gewone’ klant aan te bieden.

De liefhebber van een sportieve hatchback heeft bij Hyundai beperkte keuze. De i30 wordt als N1 en als N2 aangeboden. Als High Performance heeft hij 18 kW/25 pk meer vermogen, een sperdifferentieel, staat op 19-inch alu-wielen, rode remklauwen met N-logo, een stabilisatorstang in de kofferruimte, geventileerde schijfremmen voor en achter en een zogenaamd variabel uitlaatsysteem. De N2 Performance voegt daar nog de nodige luxe zaken aan toe, zoals een elektrisch verstelbare bestuurdersstoel met geheugenfunctie, verwarmd stuurwiel en lederlook/alcantara bekleding. Die N2 High Performance – de testauto – is dan ook met 46.495 euro de duurste. Voor de N1 moet je net geen 40 mille (39.995 euro) neertellen.

Concurrenten

Een trio concurrenten heb ik eerder in dit verhaal al genoemd, maar dan zijn we er nog niet. Zo heeft Honda de heel potente Civic Type R, Opel de Astra GTC OPC, Peugeot de 308 GTI en Seat de Leon Cupra.

Beschaafd

In knalrood valt de i30 N2 goed op, zonder dat het nu echt een heel opvallende auto is. Hij ziet er eigenlijk heel beschaafd uit. Het zit in de details die hem tot een sportauto maken. Zoals de grote 19-inch wielen die de niet eens zo opzichtig uitgebouwde wielkasten vullen. Achter de spaken van de wielen zie je duidelijk de rode remklauwen met N-logo. Natuurlijk is de neus wat agressiever met een forse bumper inclusief splitter. En natuurlijk hangt er boven de achterruit een behoorlijk (zwarte) spoiler en gromt de motor uit twee dikke uitlaten die in een diffuser zijn vervat. Maar ‘over the top’ is de i30 N2 nergens. Hij vestigt niet direct de aandacht op zich, hopelijk ook van de politie niet.

Sport en luxe

Ik associeer sportiviteit altijd met een lage zit. Hoe lager de zit des te beter voel ik een auto aan, althans dat idee heb ik. In de i30 N2 zit je echter net iets te hoog. Overigens bieden de sportstoelen veel (zijdelingse) steun en is de zitting te verlengen, waardoor ook de benen veel ondersteuning hebben. Op het met leer beklede sportstuur zitten indrukwekkend veel knoppen. Onder andere om de rijmodi in te stellen (links Normal, Sport en Eco en rechts de standen N en Custom). Met die laatste kun je zelf de instellingen kiezen.
Wat ik wel jammer vind, is dat de bovenkant van het dashboard van hard plastic is gemaakt en dat komt wat goedkoop over. Verder is de N2 ook voorzien van tal van luxe zaken (airco, infotainmentsysteem met touchscreen, stoelverwarming en voor 1.495 euro (als enige optie) zelfs een panoramisch schuif-/kanteldak).
De ruimte in de i30 N2 is zeker niet slecht. Voorin is meer dan voldoende leefruimte en op de achterbank is het ook best te doen. Door de stabilisatorstang in de kofferruimte lever je iets aan bagageruimte in (381 i.p.v. 395 liter). Uiteraard is de achterbank wel gewoon neer te klappen.

Feest

Zodra je de motor start, kan het feest beginnen. Met een vervaarlijke grom komt de 2.0-liter turbomotor tot leven. Dankzij het variabele uitlaatsysteem kun je de uitlaatkleppen open zetten en dan is de geluiddemping minimaal en de beleving maximaal. Het gegrom gaat bij het klimmen der toeren langzaam over in een zinnenprikkelend ‘gejank’. Het ’tussengas’ bij terugschakelen en het geplof in de uitlaat (in de N-modus) bij gas loslaten, verhoogt de feestvreugde alleen maar.
En dan heb ik het nog niet eens over de prestaties gehad. In de N2 levert de motor 202 kW/275 pk en een maximum koppel van 343 Nm, dat tijdelijk met overboost opgekrikt wordt tot 378 Nm. Met het lekkere kleine pookje schakel je soepel door de zes versnellingen, de koppeling voelt betrouwbaar zwaar aan en de souplesse is imponerend. Zo ook de prestaties met een topsnelheid van 250 km/uur en een sprint van 0 naar 100 km/uur in slechts 6,1 seconden.
Het zal duidelijk zijn dat het verbruik sterk afhankelijk is van de rijstijl en het is moeilijk je te beheersen in de i30 N2. Hij vraagt, smeekt bijna om losgelaten te worden. Je weet dus zeker dat je de 1 op 14,1 (officieel verbruikscijfer) niet gaat halen. Het is al lastig om niet onder de 1 op 10 te komen. Dat is mij net wel gelukt met 1 op 10,3.

Scherp

Aan alles voel je dat deze ‘opgefokte’ i30 is gemaakt om te presteren. De rijeigenschappen zijn die van een echte sportauto. Dat begint bij de lekker zware en scherpe besturing, waarmee je de N2 heel precies met hoge snelheid de bocht om kunt gooien. De Pirelli P-Zero banden hebben heel grip. Het zal duidelijk zijn, dat rijcomfort is opgeofferd aan sportiviteit. Met ander woorden: de afstelling van het onderstel is, ook in de meest comfortabele stand, stug. Dat wordt alleen maar nog stugger als je de ‘N’ stand inschakelt. Daar krijg je dan een fabelachtige wegligging voor terug. Voortdurend rijd je met een grote grijns op je gezicht rond. Dankzij het sperdifferentieel blijft de N2 ook bochten uit accelererend prima in het spoor en hoge snelheden zijn geen enkel probleem. Zoals de remmen deze Hyundai prima onder controle houdt.

Conclusie

Als merk neem je toch een zeker risico als je met een auto als de i30 N2 op de proppen komt. Maar Hyundai heeft direct raak geschoten. Deze rappe Koreaanse ‘hot hatch’ weet echt te imponeren. Hij heeft een sublieme motor en een zo mogelijk nog betere wegligging. De Europese gevestigde orde is dus gewaarschuwd.