Moderne mannetjesputter
Nog even en ik mag met pensioen. De Land Rover Defender ging dat na 68 jaar trouwe dienst. Dat was in 2016. In 1948 was hij namelijk een van de primeurs op de Amsterdam Motor Show. Toen nog onder de naam Land Rover Ninety, refererend aan de lengte van de wielbasis. Na 4 jaar afwezigheid is de Defender, die deze naam in 1990 kreeg, terug. En hoe!
Ik had niet graag in de schoenen gestaan van hoofdontwerper Gerry McGovern. Maar deze oudgediende is niet voor niets tot professor gepromoveerd en heeft in zijn carrière al meer plaatjes, zoals de Freelander, Evoque en Velar getekend. Maar de Defender is een icoon, een legendarische terreinwagen, zoals er maar weinig zijn.
Niet alleen de designafdeling had een niet te benijden opdracht. Ook de techneuten konden aan de bak. De Spartaanse Defender van weleer is anno 2020 niet meer te verkopen. Ja, misschien alleen nog aan een klein groepje puristen met masochistische trekjes. Want het comfort en het rijgedrag op de verharde weg, was om het maar eufemistisch uit te drukken, niet te sterkste kant van de oude Defender. Je mocht na een rit blij zijn als al je organen nog op de oorspronkelijke plek zaten. Maar de Defender is geen Defender als hij geen mannetjesputter in het terrein is. Nu dan wel in een modern en nog imposanter jasje. Zeker de 110 is beangstigend groot.
Van het bedrag van de door mij gereden Defender 110 S D240 vloeit bijna 58.00 euro aan BPM en BTW in de staatskas. Dat bedrag aan belastingen is ongeveer gelijk aan de prijs van de Defender 110 in België. Kassa dus voor de staat! Overigens kost de Defender 110 S D240 114.040 euro. De enige opties was een panoramisch glazen dak (2.050 euro). Begin volgend jaar komt overigens een Defender plug-in hybride en die zal door de lagere BPM ook aantrekkelijker in prijs worden. Geschatte prijs: rond 85.000 euro.
Concurrenten
Het aantal echte terreinwagens, en al helemaal in dit topsegment, is dun gezaaid. Ik kan mij er maar twee voor de geest halen. Dat zijn de Toyota Landcuiser, die ongeveer dezelfde maten heeft als de Defender 90 en de Jeep Wrangler, die er als Rubicon en Sahara is.
Mastodont
De typeaanduiding 90 en 110 refereerde bij de oude Defender aan de wielbasis. Die vlieger gaat nu niet meer op, want de lengte en wielbasis van de New Defender zijn een stuk langer geworden. Bij de 90 scheelt het meer dan een halve meter en bij de 110 een kleine vier decimeter. De nieuwe Defender 90 is nu bijna net zo lang als de oude 110. De door mij gereden 110 is nu ruim vijf meter lang, maar niet alleen dat. Hij is ook ruim twee meter breed en maar liefst 1,967 meter hoog. Het is een mastodont. Daar waar hij zijn hand niet omdraait voor ploegen en ploeteren in zwaar terrein, zijn veel parkeergarages in ons land eigenlijk een ‘no go area’.
Net als zijn voorganger is de New Defender haaks en hoekig. Hij komt daardoor heel stoer en robuust over, maar toch ook met een toefje nostalgie. Al zijn de traanplaten op de neus niet meer van aluminium maar aan kunststof. Ziet er uit als een mannetjesputter waar niet mee te sollen valt.
Functioneel
De Defender is een gigant en dat merk je ook binnen. Daar is de ruimte enorm. Hij is naast 5-zitter dan ook leverbaar met 7 of zelfs 8 zitplaatsen. Bij die laatste is er een extra zitje tussen de twee voorstoelen. De leefruimte is op alle plaatsen royaal en dat geldt ook voor de laadruimte. Die is maximaal 2.380 liter (!) groot. Er wordt door Land Rover geen inhoud genoemd voor de laadruimte als de achterbank is opgeklapt, maar daar is ook helemaal niets mis mee. De bekleding past ook helemaal bij de auto. Rubber op de laadvloer dat simpel is te reinigen.
Het interieur ziet er functioneel en stoer uit, zoals een Defender hoort te zijn. Maar is desondanks voorzien van de laatste technologische snufjes, zoals de twee forse schermen in het dashboard voor onder navigatie, intuïtieve Pivi Pro infotainment en functies die handig zijn tijdens het rijden in het terrein (o.a. clearsight groundview waarmee je onder de auto naar de grond kunt kijken). Ook handig is dat je je aan hendels op de middenconsole en op de hoeken van het dashboard goed vast kunt houden.
Functionaliteit en praktische bruikbaarheid gaan hand in hand.
4WD
Onder de motorkap van de Defender vier opties; twee benzine, waarvan één mild-hybride, en twee dieselmotoren. Begin volgend jaar dus ook een plug-in hybride. Ik heb gereden met de D240, een diesel dus. Het is een 2.0-liter viercilinder turbodiesel met een vermogen van 177 kW/240 pk en een maximumkoppel van 430 Nm en dat al bij 1.400 toeren. Deze motor is gekoppeld aan een probleemloos schakelende 8-traps automaat. Uiteraard is vierwielaandrijving standaard. Het is een intelligente 4WD die, afhankelijk van de omstandigheden, de aandrijfkrachten over voor- en achterwielen verdeelt.
De diesel hoor je in de verte, biedt heel veel trekkracht bij lage toeren en zorgt, ondanks het forse gewicht van de Defender (ruim 2.200 kilo) voor prima prestaties met een top van 188 km/uur en een sprint van 0 naar 100 km/uur in 9 seconden. Het verbruik is niet mals. Van de beloofde 1 op 11,4 (WLTP) bleef 1 op 9,1 over.
Onaantastbaar
Ik moet tot mijn spijt bekennen dat ik niet in het terrein gereden heb. Jammer, want ik weet uit ervaring tot welke prestaties de Defender in staat is en al helemaal met het Terrain Response met 7 standen. Maar de vierwielaandrijving zorgt ook dat je er een aanhanger van maar liefst 3.500 kilo (geremd) achter mag hangen en is ook heel erg welkom op natte of besneeuwde wegen. Je voelt je bijna onaantastbaar. Alleen vrachtwagenchauffeurs kijken op je neer. Jij doet met alle andere weggebruikers.
Waar de nieuwe Defender een radicale stap maakt ten opzichte van de oude, is het rijgedrag op verharde wegen. Dat was vroeger echt een drama. Comfort was ver te zoeken, maar geen berg ging hem bijna letterlijk te hoog. Nu is hij dankzij de elektronisch gestuurde luchtvering heerlijk comfortabel, zonder ‘deinerig’ te zijn. Voelt op hoge snelheid solide aan, stuurt scherp en licht en blijft heel neutraal in bochten. Een wereld van verschil dus! Hij is nu veel multifunctioneler. Het is nu zeker geen straf om ermee naar de wintersport te gaan.
De remmen hebben de mastodont onder controle en met de veiligheid zit het ook wel snor. Heel handig is de 3D Surround camera.
Conclusie
Ik denk dat ze bij Land Rover best wel een tijdje in hun piepzak hebben gezet, want het is echt geen sinecure om een icoon als de Defender te vervangen. Naar mij bescheiden mening is het een geslaagde poging. De Defender is ondanks zijn moderne jasje best nog authentiek. Is stoer, robuust, imposant en tot heel veel in staat in het terrein. Nu is hij ook heel goed op de verharde weg te rijden en is daardoor nog multifunctioneler.