Voorzichtig voetenwerk
Ik moest best wel lachen om de tv-commercial van de nieuwe Toyota Yaris. Vader die bij zijn zoon op visite komt in zijn nieuwe ’tiny house’. Hij kon daar letterlijk zijn kont niet keren op het toilet. Diezelfde ervaring had ik een beetje op de achterbank van de nieuwe Yaris, maar dat is zo’n beetje het enige minpuntje, want de nieuwe Yaris klopt aan alle kanten.
Zeker de door mij gereden Toyota Yaris 1.5 Hybrid Dynamic. Hij rijdt heerlijk, is ontzettend zuinig en ziet er ook nog eens aantrekkelijk uit. ‘No more boring cars’ – het adagium van Toyota topman Akio Toyoda – is geen loze belofte, zelfs niet bij deze compacte hatchback.
Nu moet ik er wel direct bij vermelden dat de 1.5 Hybrid Dynamic waarmee ik heb gereden, ook niet de instapper is. Dat is de 1.0 VVT-i Comfort voor 17.895 euro. Mijn testauto staat voor 24.395 euro in de prijslijst, maar is daarmee niet eens de duurste. Dat is de 1.5 Hybrid Launch Edition (28.495 euro). Twee opties had mijn testauto: metallic lak (695 euro) en het Multimedia Pack (495 euro). Prijs testauto: 25.585 euro. Vermelden waard is ook de vijf jaar garantie.
Concurrenten
De Yaris hoort thuis in het B-segment en daar vind je (nog) niet veel hybrides. Ja, zogenaamde mild hybrides, maar dat is toch wat anders. Op dit moment zijn de nieuwe Renault Clio E-TECH en de Honda Jazz de enige echte concurrenten. Uiteraard is de Yaris ook met ‘gewone’ benzinemotoren (1.0 en 1.5 VVT-i) leverbaar. En dan wordt het aantal vissen in de vijver ineens veel groter: Citroën C3, Ford Fiesta, Hyundai i20, Kia Rio, Mazda2, Nissan Micra, Opel Corsa, Peugeot 208, Seat Ibiza, Skoda Fabia en Volkswagen Polo.
Krachtiger
In vergelijking met zijn voorganger is de nieuwe Yaris niet gegroeid. Ja, in de breedte. Dat scheelt maar liefst vijf centimeter met zijn voorganger. In de lengte is hij vijf millimeter korter geworden, terwijl het dak één centimeter minder boven de grond uitkomt. Daarentegen is de wielbasis met een halve decimeter toegenomen. Daardoor steken de achterwielen bijna buiten de carrosserie, als de achterbumper ze niet omhult. Mede door de extra breedte komt de Yaris veel krachtiger over. Dat komt mede door de flink opgeklopte wielkasten. Ook de neus met zijn enorme grille springt direct in het oog. Je kunt de Yaris dan ook beslist geen saaie auto noemen.
Krap
Met een halve decimeter meer wielbasis zou je verwachten dat er op de achterbank ook wat meer leefruimte zou ontstaan. Dat valt echter tegen. Zeker als de stoel in de achterste stand staat is de beenruimte minimaal (zie foto). Er wordt dus enige inschikkelijkheid van chauffeur en bijrijder gevraagd om nog enigszins comfortabel achterin te kunnen zitten. De hoofdruimte is door de iets aflopende daklijn ook niet optimaal. Tot overmaat van ramp lever je ook nog laadruimte in. De nieuwe Yaris heeft 286 liter en de oude 342 liter. De achterbank is in twee ongelijke delen neer te klappen. Hoe groot hij dan is, dat laat Toyota in het midden.
Voorin zit je overigens prima, al zouden de stoelen voor mensen zoals ik (1,90 meter) een iets langere zitting mogen hebben. De afwerking staat op een zeer acceptabel niveau, al zijn er wel veel harde plastics gebruikt. Midden op het dashboard een flink kleurenaanraakscherm dat simpel te bedienen is. Gelukkig heeft de airco een eigen bedieningspaneel.
Voetenwerk
Toyota heeft van alle automerken de meeste en langste (20 jaar!) ervaring met hybrideaandrijving. Die kennis vind je terug in de Yaris en is verder doorontwikkeld. Toyota heeft lang vastgehouden aan de nikkel metaal accu, maar die heeft in de Yaris plaatsgemaakt voor de meer gangbare en lichtere lithium-ion. Bovendien is de elektromotor een stuk krachtiger en kun je zelfs tot 130 km/uur puur elektrisch rijden. De elektromotor is gecombineerd met een driecilinder benzinemotor met een inhoud van 1,5-liter. Goed voor 85 kW/116 pk en 120 Nm koppel. Met ondersteuning van de elektromotor levert dat vlotte prestaties op met en top van 175 km/uur en een sprint van 0 naar 100 km/uur binnen de tien tellen (9,7 seconden). Ook de tussenacceleratie is sterk verbeterd en de overgang van benzine- naar elektromotor verloopt perfect. De CVT automaat blijft zijn nukken houden.
Met voorzichtig voetenwerk kun je veel brandstof besparen. Je kunt op het instrumentarium direct zien wanneer je elektrisch rijdt. Dat kan nu zelfs tot 130 km/uur. Een beetje gas bij en dan weer liften en de Yaris schiet in de elektrische stand. Zo kun je veel meer dan voorheen zonder emissie rijden. Van de beloofde 1 op 25 (WLTP) bleek in de praktijk – en dat met een vlotte rijstijl – nog altijd 1 op 21,7 (!) over. Klasse.
Responsief
En dan manifesteert zich nog een tweede verrassing. De Yaris blijkt veel fijner te rijden. Het nieuwe GA-B platform is aanzienlijk stijver, de wielbasis een stuk langer waardoor de wielen op de hoeken staan en het zwaartepunt van de Yaris ligt lager. Dit resulteert in een zeer responsief rijgedrag. Je voelt nu veel beter aan wat hij gaat doen. Hij stuurt scherp, is lekker sportief te rijden, maar is toch ook voldoende comfortabel, al staat hij op iets grotere 16-inch wielen. Vooral met kleine oneffenheden heeft het onderstel enige moeite. In bochten treedt pas laat onderstuur op, maar dat is simpel door iets minder gas te geven, te corrigeren. De remmen zijn dik in orde en dat geldt ook voor het veiligheidspakket met onder meer Toyota Safety Sense 2 dat adaptieve cruise control, actieve rijstrookassistentie, verkeersbordherkenning, Lane Trace Assist en een noodstopsysteem bevat. De Dynamic heeft ook een achteruitrijcamera.
Conclusie
In de inleiding schreef ik al dat de nieuwe Yaris aan alle kanten klopt. Daar moet één kleine kanttekening bij. Hij is met name achterin aan de krappe kant. Maar voor de rest geen klagen. Hij ziet er heel aantrekkelijk uit, rijdt als de bovenste beste en zelfs met een sportieve rijstijl is een verbruik van 1 op 20 of beter (!) geen probleem.