Door Hans van Sunder op maandag, 13-05-2019 in

Geslaagde gedaanteverwisseling

Precies 25 jaar geleden lanceerde Toyota de eerste RAV4. Deze SUV was toentertijd een van de weinigen in dit segment. Een kwart eeuw later is dat wel anders. Nu is deze klasse immens populair en de vijfde generatie RAV4 kan dus aan de bak met zoveel concurrentie. Maar goed dat hij weer helemaal up-to-date is en er ook een stuk aantrekkelijker uitziet.

De RAV4 was altijd een betrouwbare reisgezel, maar wel een beetje braaf, misschien zelfs saai. Dat weerhield negen miljoen klanten er overigens niet van om hem te kopen, want hij had zeker zijn kwaliteiten. Maar nu de concurrentie in het segment van de compacte SUV moordend is, zal ook de RAV4 meer moeten bieden dan degelijkheid en betrouwbaarheid. De vijfde generatie komt precies op tijd.

Toyota heeft de dieselmotor vaarwel gezegd. Alleen de iconische LandCruiser heeft er nog één. Het Japanse merk zet, nog meer dan voorheen, haar kaarten op hybride. Het is dan ook niet zo gek dat de nieuwe RAV4 slechts leverbaar is met één ‘gewone’ benzinemotor (2.0-liter met 129 kW/175 pk) en met twee hybrides. In beide gevallen is er een 2,5-liter benzinemotor gemonteerd. In de versie met voorwielaandrijving (2WD) wordt deze ondersteund door één elektromotor, terwijl de 4WD-variant een tweede elektromotor op de achteras heeft. Van deze versie, die overigens ook de duurste is, denkt Toyota wel 40 tot 50 procent te verkopen. De reden wordt snel duidelijk. Achter de Hybrid 2WD mag een geremde aanhanger van slechts 800 kilo en achter de 4WD mag die 1.650 kilo wegen. Overigens is het verrassend dat de 2.0 VVTi (dus geen hybride) 2.000 kilo mag trekken.

Ik heb gereden met de Toyota RAV4 2.5 Hybrid 2WD Bi-Tone. Deze kost 47.795 euro en staat dan op zwarte 18-inch lichtmetalen wielen, heeft metallic zilvergrijze lak met glimmende zwarte accenten (wielkastbeschermers, buitenspiegels, bumpers, raamstijlen, spoiler en dak), LED-koplampen en deels kunstlerenbekleding met blauwe stiksels. De enige optie op mijn testauto was het Innovation Pack (1.595 euro)en dat bestaat uit instapverlichting, camerafunctie in de binnenspiegel, parkeersensoren voor en achter met remfunctie, Blind Spot Monitor, Rear Cross Traffic Alert en Panoramic View Camera.

Concurrenten

De RAV4 hoort hij thuis in het bovenste deel van het segment van de compacte SUV’s/crossovers. Directe concurrenten, zeker als je naar zijn lengte kijkt, zijn dan bijvoorbeeld de Honda CR-V, Peugeot 5008, Mazda CX-5, Mitsubishi Outlander, Nissan X-Trail en de Renault Koleos. Die laatste twee zijn net een half maatje groter dan de Nissan Qashqai en de Renault Kadjar. Ook de Ford Kuga is net even kleiner, de nieuwe Citroën C5 Aircross is een decimeter korter en het lengteverschil is nog groter met de Peugeot 3008, Opel Grandland X, Hyundai Tucson, Kia Sportage, Seat Ateca, Skoda Karoq en Volkswagen Tiguan.

Opzichtig

Mag de RAV4 dan het imago van een wat saaie SUV hebben, de nieuwe generatie breekt met die traditie. Hij is best wel opzichtig, zeker de Bi-Tone met zijn glimmend zwarte accenten. Het front ziet er ontzagwekkend uit met de rechtopstaande grille, met daaronder nog een flinke luchtinlaat, een op het oog ‘zwevende’ motorkap en smalle LED-koplampen. De bijna vierkante wielkasten vallen extra op door glimmend zwarte wielkastbeschermers. In die wielkasten 18-inch zwarte wielen. De taillelijn loopt lichtjes op en de achterste zijruiten hebben de vorm van een omgekeerde haaienvin. Boven de achterruit hangt een flinke spoiler, de achterzijde is wat hoekig, we zien een diffuser en twee uitlaten.
De RAV4 oogt ook beduidend groter dan zijn voorganger, maar als je dan de afmetingen erbij pakt, dan blijken de verschillen klein. Sterker nog, de nieuwe RAV4 is een halve centimeter korter (nu 4,60 meter) en een fractie lager, maar iets breder en heeft een drie centimeter langere wielbasis (nu 2,69 meter).

Strak

Ook in het interieur komen we hoekige vormen tegen bijvoorbeeld bij de middenconsole. Het dashboard is strak met in het midden een flink kleurenaanraakscherm, met links en rechts enkele druktoetsen. Daaronder het bedieningspaneel van de airco. De gebruikte materialen voelen zacht aan, op enkele harde plastic delen na, de afwerking is prima en de blauwe stiksels vormen een speels accent. Ergonomisch zit de RAV4 prima in elkaar.
Ook is hij heerlijk ruim van binnen met dank aan de iets gegroeide wielbasis. Ook achterin is door mij met mijn 1,90 meter alleszins redelijk te zitten met voldoende been- en hoofdruimte. De achterbank is niet in lengte te verstellen vanwege de accu’s voor de elektromotor, maar de laadruimte is groot genoeg met 580 liter. Bovendien is de bagageruimte mooi vierkant en er ligt een rubberen mat in, dus die is snel schoon te maken. Overigens is de leefruimte voorin ook uitstekend en zitten de stoelen goed. Maar zoals zo vaak bij Aziatische auto’s is de zitting voor langere mensen net te kort.

Opvallend laag

Onder de motorkap van de door mij gereden RAV4 ligt een 2,5-liter benzinemotor zonder turbo die gekoppeld is aan een elektromotor en een CVT-automaat (Continu Variabele Transmissie). Het systeemvermogen bedraagt 160 kW/218 pk en het maximum koppel van 221 Nm wordt tussen de 3.600 en 5.200 toeren geleverd. Deze aandrijflijn heeft geen problemen met de 1.665 kilo zware RAV4. Dat komt ook mede dankzij de ondersteuning door de elektromotor. Die kan, als er met beleid wordt gas gegeven en de snelheid niet te hoog is (tot ong. 80 km/uur) ook zelf deze SUV aandrijven. Vooral in de stad is dat prettig, omdat hij dan geen schadelijke uitlaatgassen uitstoot. Bovendien kun je hierdoor brandstof besparen en de benzine is op dit moment al duur genoeg. Van de beloofde 1 op 21,7 blijft in de praktijk 1 op 17,2 over en dat is opvallend laag. Zeker als je je bedenkt dat de RAV4 een topsnelheid heeft van 180 km/uur en in 8,4 seconden van 0 naar 100 km/uur accelereert.
Als je het gaspedaal niet te diep intrapt is de CVT een fijne automaat. Geef je wel veel gas, dan begint de motor flink te loeien; nog altijd een onhebbelijkheid van de CVT.

Comfortabel

Over de rijeigenschappen echter geen klagen. De RAV4 is een heerlijke comfortabele SUV. Je zit lekker hoog, hebt dus een goed overzicht. Alleen schuin naar achteren valt die wat tegen. De afstelling van het onderstel is ondanks de 18-inch grote wielen zeker niet stug. De meeste oneffenheden worden keurig gladgestreken, al hebben vering en demping wel iets meer moeite met kleine oneffenheden en drempels. Overigens is de besturing lekker licht en direct, met voldoende gevoel in de middenpositie.

Alle RAV4’s, dus ook de Bi-Tone, is voorzien van Toyota Safety Sense, dus met de veiligheid zit het wel snor. Ook al omdat de remmen prima op hun taak berekend zijn.

Conclusie

Toen de Toyota RAV4 in 1994 op de markt werd gebracht, was het een van de weinige SUV in het segment. Dat is nu wel anders. Toch dichten we de nieuwe RAV4 in de overvolle markt voldoende kansen toe, want hij ziet er nu een stuk aantrekkelijker uit, rijdt prima en is dankzij het hybride-systeem opvallend zuinig. Alleen jammer dat bij de 2WD-versie het geremde aanhangergewicht slechts 800 kilo is.