Door Hans van Sunder op woensdag, 29-03-2017 in

Mini die nog meer Maxi werd

Mag een Mini van 4,30 meter nog wel Mini heten. Je zou er een hele grote boom over op kunnen zetten, maar waarom zou je. Mini is nu eenmaal de merknaam. Dat de Mini Countryman in de verste verte niets meer van doen heeft met het origineel, is nu eenmaal zo.

Zoals Mini’s ook niet meer alleen in Engeland (Oxford) worden gebouwd, maar zelfs in ons eigen land (bij VDL in het Limburgse Born). Sinds kort is de nieuwe Countryman ook aan het portfolio van VDL toegevoegd.

De Mini van toen met de Mini van nu vergelijken? U kent toch wel dat gezegde met die appels en peren…? Wat zou Sir Alec Issigonis, die eind jaren vijftig van de vorige eeuw aan de wieg stond van de originele Mini (als hij nog leefde; hij overleed in 1988) van de nieuwe Mini’s denken. Geen idee. Maar feit is wel dat de revival van Mini onder de vleugels van BMW een ongekend succesverhaal is.

De Mini Countryman was al de grootste Mini die je kon kopen, maar de tweede generatie van deze compacte SUV is een flink stuk verder gegroeid, bijna twee decimeter. Vandaar de kop boven dit verhaal…De Mini die nog meer Maxi werd.

Dat geldt overigens ook voor de prijzen. Voor de nieuwe Countryman moet minimaal 32.897 euro neergeteld worden en dat was bijvoorbeeld eind 2014 nog geen 25 mille, maar dat was dan wel een One. De basis is nu de Cooper. Ik heb gereden met de Cooper Countryman met 1,5-liter driecilinder turbobenzinemotor (100 kW/136 pk) en dat is dus die versie van 32.897 euro. Maar wil je die een beetje leuk aankleden, dan loopt de prijs hard op. Onderaan de streep op de prijslijst van ‘mijn’ Countryman staat een bedrag van 51.522,26 en dat is toch wel even schrikken. Dan heeft hij wel het Serieus Business pakket, staat op 19-inch lichtmetalen wielen, heeft een glazen panoramadak, elektrisch verstel- en verwarmbare voorstoelen. Driving Assistant, Mini Yours leer Lounge Carbon Black bekleding en is gespoten in Midnight Black metallic lak.

Concurrenten

Doordat de instapprijs flink omhoog is gegaan, moet de nieuwe Countryman het opnemen tegen de net kleinere, maar ook goedkopere Audi Q2. De BMW X1 is een fractie groter en behoorlijk veel duurder en datzelfde geldt voor de Mercedes GLA (vanaf 38.800 euro). Fiat heeft met de 500 dezelfde koers gevolgd als Mini en heeft de 500X. Is een fractie kleiner, maar een stuk goedkoper (vanaf 23.787 euro). Dan noteren we verder nog als concurrenten de Ford EcoSport, Seat Ateca, Honda HR-V, Jeep Renegade, Kia Niro, Mazda CX-3, Mitsubishi ASX, Nissan Qashqai, Opel Mokka X, Peugeot 2008 en Suzuki S-Cross.

Meer macho

De tweede generatie Countryman is in verhouding tot zijn voorganger fors gegroeid. In lengte ging hij van 4,13 naar 4,30 meter, terwijl hij ook substantieel breder en hoger is geworden. Daardoor ziet de Countryman er meer macho uit. Toch zie je de contouren van het origineel er nog steeds in terug en dat is knap werk. Opmerkelijke details zijn de ‘bult’ op de motorkap, de matzwarte kunststof wielkastverbreders, chromen dakrails en de fraaie 19-inch wielen die de wielkasten bijna volledig vullen.

Riant

De voor- en achterwielen van de nieuwe Countryman staan nu 7,5 centimeter verder uit elkaar (2,67 meter) dan bij zijn voorganger en samen met de extra wagenlengte levert dit een substantieel groter interieur op. Kijk alleen maar naar de bagageruimte. Met achterbank neergeklapt groeide deze met 220 liter tot maximaal 1.390 liter. Met de achterbank op zijn plek is het 450 liter (was 350 liter). Onder de bodem van de kofferbak gaat bovendien een extra laadruimte schuil. De achterbank is in drie delen neer te klappen en als optie (310 euro) is hij ook nog eens verstelbaar. Daardoor is achterin verrassend riant te zitten. Zelfs ik met mijn 1,90 meter kan mijn benen kwijt. Ondanks het optionele glazen dak is de hoofdruimte ook voldoende. Persoonlijk ben ik niet zo’n fan (nooit geweest ook) van het dashboard van de Countryman met zijn enorme ronde meter in het midden van het dashboard en de tuimelschakelaars. Het is mij iets te blingbling. Maar smaken verschillen. De stoelen zitten overigens goed en het JCW-sportstuur ligt lekker in de hand.

Vlot

Van een Cooper mag je sportieve prestaties verwachten en die krijg je ook. Best wel verrassend, want één van de eerste dingen die mij opviel was het niet geringe RDW-gewicht van 1.440 kilo. Als je je dan bedenkt dat er voorin maar een driecilinder ligt… Maar die is 1,5 liter groot, heeft een turbo en levert daardoor 100 kW/136 pk en 220 Nm koppel dat tussen 1.400 en 4.300 toeren op datzelfde niveau blijft. De handgeschakelde zesbak schakelt niet altijd even duidelijk, maar de prestaties zijn dik in orde met een acceleratie van 0 naar 100 km/uur in 9,6 seconden en een topsnelheid van net boven de 200 km/uur. Het is de souplesse die opvalt en de motor maakt weinig geluid. Alleen bij fel optrekken en hoge toeren hoor je het specifieke driecilindergeluid. De Cooper Countryman nodigt uit tot een vlotte rijstijl en dat komt helaas niet ten goede aan een laag verbruik. Van de beloofde 1 op 18,2 blijft 1 op 13,1 over. Standaard heeft de Countryman een tank van 51 liter. In mijn testauto is deze 10 liter groter en dat kost 60 euro extra.

Verrassing

Nog een verrassing. De nieuwe Countryman rijdt geweldig. Heeft ondanks zijn hogere opbouw en daardoor hogere zwaartepunt een fantastische wegligging, die uitnodigt tot ene sportieve rijstijl. En hij stelt je dan zeker niet teleur. Je kunt op bijna kartachtige wijze een bocht met hoge snelheid nemen. De carrosserie helt niet of nauwelijks over en dankzij Performance Control, dat het koppel op variabele wijze over de aangedreven voorwielen verdeelt, is onderstuur heel ver weg. Met Dynamic Damper Control kun je de instelling (MID, Green of Sport) van het onderstel kiezen afhankelijk van je rijstijl en gemoedstoestand. Sturen doet de Countryman als de beste, net als remmen.
Voor 990 euro wordt Driving Assistant geleverd en dat bestaat uit adaptieve cruise control, verkeersbordherkenning, grootlichtassistent en een zelfstandig remsysteem.

Conclusie

De nieuwe Mini Countryman is een lekker scheurijzer, die veel meer binnenruimte dan zijn voorganger biedt. Als gezinsauto dus uitstekend geschikt. Maar er hangt nu wel een nog steviger prijskaartje aan deze compacte crossover. Dat maakt hem wat lastiger te verkopen, maar de praktijk leert dat dit voor veel mensen geen al te groot bezwaar is. Die hebben hun zinnen op een Mini gezet en willen daar best wat meer voor betalen. Ze krijgen daarvoor een begerenswaardige auto.