Door Hans van Sunder op woensdag, 15-04-2020 in

Van goed naar beter

Stadsauto’s dreigen een uitstervend ras te worden. Steeds minder fabrikanten zien het nog zitten om een nieuw A-segment autootje te ontwikkelen. Kennelijk wordt er te weinig aan verdiend. Daar waar sommige fabrikanten (Seat en Skoda) ze nog uitsluitend elektrisch aanbieden, heeft Hyundai gewoon weer een nieuwe i10 gelanceerd. Hij was al goed en is nu nog beter geworden.

Wat de laatste jaren namelijk duidelijk is geworden, is dat de i10 tot de beste autootjes in zijn klasse behoort. Die positie wil je natuurlijk graag behouden. Dat valt niet mee, want omdat er niet heel veel aan deze ukkie’s wordt verdiend, is het budget voor de ontwikkeling van een nieuwe beperkt. Met die beperkte middelen is Hyundai er toch maar in geslaagd om de i10 verder te verbeteren, al zijn er ook zeker puntjes van kritiek. Verderop in dit verhaal meer daarover.

We zijn inmiddels bij de derde generatie Hyundai i10 aanbeland. De eerste i10 werd in 2007 gelanceerd als vervanger van de Atos. Vanaf het begin wordt de i10 geprezen om zijn verrassend ruime interieur en fijne rijeigenschappen. Een opvallende verschijning is hij eigenlijk nooit geweest. De derde generatie ziet er echter veel aantrekkelijker en vlotter uit.

Had je in het verleden nog keuze uit verschillende motoren. Nu heb je dat niet meer. Er is slechts één aandrijflijn leverbaar. Het gaat dan om een driecilinder met een cilinderinhoud van net geen 1,0 liter. In lengte en breedte is de i10 fractioneel gegroeid, maar de hoogte is juist iets afgenomen. Daarentegen is de wielbasis met maar liefst vier centimeter gegroeid.
Prijzen beginnen bij 12.995 euro voor de Drive. Ik heb echter gereden met de meest complete versie – de Premium – en die staat voor 16.795 euro in de prijslijst. Daar komt dan nog 1.199 euro voor de 16-inch lichtmetalen wielen bij. Een prijs voor de two-tone lak (wit met rood dak) heb ik niet kunnen vinden. Die bijna 17.000 euro is best een stevige prijs, maar de Premium is dan ook, zeker voor een stadsauto, zeer compleet uitgerust met onder andere een 8-inch navigatiesysteem, achteruitrijcamera, volautomatische airco, draadloos opladen smartphone, elektrische raambediening voor én achter, parkeersensoren achter en Hyundai Bluelink. En vergeet de 5 jaar garantie niet!

Concurrentie

Er zijn op dit moment nog best wel de nodige stadsauto’s te koop. Van de Seat Mii en de Skoda Citigo zijn nu alleen nog elektrische varianten leverbaar en die schieten wat prijs betreft dan ineens dik door de 20.000 euro. Volkswagen biedt de Up! nog wel met brandingsmotor aan, naast een elektrische variant. Dan heb je verder nog de drieling: Citroën C1, Peugeot 108 en Toyota Aygo en de Renault Twingo. Verder nog de Fiat Panda, de ruim een kwart meter langere Ford Ka+, de Kia Picanto, Mitsubishi Spacestar , Opel Karl, die inmiddels uit productie is, maar waarvan er in het land nog altijd wel een aantal te vinden zijn, en de Suzuki Celerio.

Op de hoeken

De nieuwe i10 ziet er een stuk strakker, aantrekkelijker en vlotter uit dan zijn voorganger. De combinatie witte carrosserie en rood dak, doet de i10 extra opvallen. Wat mij direct frappeerde is hoe ver de wielen op de hoeken staan. Vooral na de achterwielen is er nog nauwelijks een stukje plaatwerk over. Van voor naar achteren loopt de taillelijn licht op, met een knik steiler omhoog in de tweede helft van de achterportier. Het i10-logo is smaakvol weggewerkt in de achterportieren. Ook loopt de daklijn naar achteren toe iets af. De neus met zijn lage grille en markante koplampen ziet er ook goed uit. De nieuwe i10 is niet alleen vlotter, maar ook volwassener geworden.

Verrassing

Dankzij de vier centimeter langere wielbasis is de binnenruimte een nog grotere verrassing. De i10 stond al bekend om zijn relatief ruime interieur, maar ik kan met een beetje passen en meten zelfs redelijk achter mijzelf (1,90 meter) zitten. Krijg dat maar eens voor elkaar in een auto van slechts 3,67 meter lang. Overigens profiteren alleen de inzittenden op de achterbank van meer ruimte, want de bagageruimte is gelijk gebleven. Was 252 liter en is dat nu nog steeds. Met neergeklapte achterbank is dat 1.050 liter (was 1.046 liter).
Hoewel er vrij veel harde kunststoffen (dashboard, deurpanelen) zijn gebruikt, ziet het interieur er niet slecht uit. Het zilvergrijze gedeelte van het dashboard heeft een fraai reliëf en het analoge instrumentarium en het best wel forse kleurenscherm (8-inch) zijn optisch één. Mede dankzij het multifunctionele stuurwiel met veel knoppen is het aantal bedieningsorganen in op het dashboard heel beperkt. Dat geeft een de rustig beeld.
De stoelen zitten best wel OK, maar de zitting zou wel wat langer mogen zijn. Het ontbreekt je in de Premium nagenoeg aan niets, maar het is dan ook de duurste i10.

Tijdje mee

De motor in de nieuwe i10 gaat al een aardig tijdje mee. Er is op zich ook niet zo heel veel mis met deze driecilinder, maar hoewel de i10 er een stuk vlotter uitziet dan zijn voorganger, is het wat rijden betreft niet echt een vlotte auto. Zo vergt de sprint van 0 naar 100 km/uur maar liefst 14,6 seconden, bedraagt de topsnelheid 156 km/uur en is de i10 nogal futloos in de vijfde versnelling. Wil je een beetje opschieten, dan moet je de motor bovendien op toeren houden, want de trekkracht bij lage toeren is beperkt. Ook hoor je de motor goed bij fel optrekken en hoge toeren. De vijfbak schakelt wel heel prettig, maar de koppeling vraagt enige gewenning. Die grijpt pas laat aan.
Het officiële gemiddelde verbruik wordt nog volgens de oude NEDC-norm vermeld en bedraagt 1 op 23,3. Die NEDC test is minder realistische dan de nieuwe WLTP. Het verschil tussen ’theorie’ en praktijk is dan ook behoorlijk: 1 op 16,8.

Wendbaar

Hoewel de stad de natuurlijke habitat van de i10 is, waar hij hoog scoort als het om wendbaarheid en een korte draaicirkel gaat, voelt hij zich op de snelweg ook best wel senang. Vering en demping zijn redelijk comfortabel, zonder dat dit afbreuk doet aan de fijne rijeigenschappen. Ook op hogere snelheid voelt de i10 betrouwbaar en stabiel aan, hij is licht onderstuurd dat simpel door iets minder gas te geven is te corrigeren en de besturing is licht en direct, maar rond de middenstand zou hij niets communicatiever mogen zijn.
Voor een auto uit deze klasse zit de i10 ruim in zijn veiligheidsuitrusting. Zo heeft de Premium standaard achteruitrijcamera met dynamische hulplijnen, rijstrookassistent, vermoeidheidsherkenning en een noodstopsysteem.

Conclusie

De nieuwe Hyundai i10 blinkt nog steeds uit in zijn relatief ruime interieur, dat zelfs nog iets ruimer is geworden. Hij ziet er bovendien nu ook een stuk vlotter uit. Daarnaast is het een zeer wendbaar autootje met goede rijeigenschappen. Alleen de motor kan wel een update gebruiken.