Door Hans van Sunder op vrijdag, 21-12-2018 in

Meer pluspunten

Binnen het programma van Ford is de Ka+ een buitenbeentje. Het is de Dacia onder de Fords, zonder dit Roemeense merk tekort te willen doen. Het is zeg maar het budgetmodel van Ford, daar waar Dacia het budgetmerk van Renault is. Functionaliteit en prijs voeren de boventoon. Uiterlijk vertoon en luxe komen op de tweede plaats. Maar de Europese klant evolueert. Wil ook in dit soort modellen meer luxe. Dus heeft Ford de Ka+ een update gegeven.

Dit betekent kort gezegd een uitgebreidere uitrusting, de mogelijkheid het SYNC 3 infotainmentsysteem te bestellen en te opteren voor Quickclear voorruitverwarming, regensensor of automatische koplampen. En passant is de viercilinder 1,2-liter benzinemotor vervangen door één met één cilinder minder, maar wel met dezelfde inhoud en vermogen.

De Ka+ is dus een buitenbeentje. Ontwikkeld als ‘global car als onderdeel van de One Ford-strategie wordt hij in India geproduceerd, maar voor de Europese markt aangepast. Het aanbod is beperkt. Slechts vijf varianten zijn leverbaar, waarbij de basisversie (Trend Essential) de enige is die met de 51 kW/70 pk variant van de nieuwe driepitter is uitgerust. Die kost nu 14.900 euro en is daarmee wel een stukje duurder dan zijn voorganger. Ik heb gereden met de Trend Ultimate en die kost 15.550 euro.. Met zeven opties, waaronder 15-inch lichtmetalen wielen, White Gold metallic lak en Interior Pack (SYNC3, 6,5-inch touchscreen, automatische airco) komt de prijs uit op 18.350 euro. Overigens is de Ka+ nu ook als stoerdere Active leverbaar.

Concurrenten

De Ka+ hoort thuis aan de ‘onderkant’ van het B-segment. Ford noemt hem zelf een Budget B-car. Maar om eerlijk te zijn overstijgt hij die titel wel een beetje. Hij is geen directe concurrent, ook in prijs niet, van de eigen Fiesta, of VW Polo, Opel Corsa, Nissan Micra, Peugeot 208, Citroën C3, Renault Clio, Seat Ibiza of Skoda Fabia, maar meer van de Hyundai i20, Kia Rio en de Dacia Sandero.

Hoger

De Ka+ is een vijfdeurs hatchback met typische Ford designelementen (grille). Die trapezevormige grille is bij de vernieuwde Ka+ nu iets hoger geplaatst en heeft een chromen omlijsting. Verder lopen de koplampen iets verder om de hoek door, hebben de mistlampen en dagrijlichten een C-vormige chromen omlijsting en is midden op de achterklep nu een knopje gemonteerd om de achterklep mee te kunnen openen.
Zoals in een eerdere test met de Ka+ geconcludeerd, kun je het design niet echt sprankelend noemen, maar het is zeker niet zo dat je voor paal rijdt in de Ka+. Zeker niet.

Verrassend

Wat bij de ontwikkeling van de Ka+ heel belangrijk was? Ruimte. Ford is erin geslaagd om op nog geen vier meter verrassend veel ruimte te bieden. Zo kan ik met mijn 1,90 meter heel behoorlijk achterin zitten, al helpt het wel als de stoel voor niet helemaal in de achterste stand staat. Ik zit in de Ka+ beter achterin, dan in de Fiesta en toch is de laadruimte met 270 liter maar een fractie kleiner dan van de Fiesta (295 liter). De achterbank is in twee ongelijke delen neer te klappen (max. 849 liter). Bovendien zijn er nog eens 21 opbergvakjes.
Hoewel de afwerking voor een budgetauto er al best acceptabel uitziet, zijn er toch enkele verbeteringen doorgevoerd. Het dashboard is van hard plastic gemaakt, maar heeft nu een zogenaamde nerfstructuur, waardoor het er beter uitziet. Midden op het dashboard het 6,5 inch grote kleurenaanraakscherm, dat een scherp beeld geeft. Daaronder de airco en de verwarmbare stoelen en zeker de verwarmbare voorruit zijn – met name – in de wintermaanden een luxe. Ook heeft de Trend Ultimate standaard onder meer zaken als elektrische raambediening, centrale portiervergrendeling met afstandsbediening en elektrisch verstelbare buitenspiegels. Hoezo budget?

Van vier naar drie

Misschien wel de belangrijkste verandering is onder de motorkap terug te inden, al wordt dat niet direct duidelijk. Er ligt namelijk nog steeds een 1,2-liter benzinemotor voorin, maar die telt geen vier maar nu drie cilinders. Deze 1.2 Ti-VCT (Twin indepedent Variable Camshaft Timing) levert nagenoeg dezelfde prestaties als de 1.2-liter Duratec benzinemotor die hij vervangt. Zo levert hij ook 63 kW/85 pk vermogen, maar is het maximum koppel net iets lager (107 tegen 112 Nm). De motor klinkt door het oneven aantal cilinders anders dan zijn voorganger, maar treedt nooit op de voorgrond. Hij is ook net iets soepeler en levert een fractie betere prestaties met een top van 169 km/uur (was 168 km/uur) en een sprint van 0 naar 100 km/uur in 13,5 seconden (was 13,6 seconden). Marginale verschillen dus.
De vijfbak schakelt nog net zo goed als voorheen en dan het verbruik. Haalde ik bij de vorige test met de Ka+ 1 op 16,7, nu was hij net een fractie zuiniger met 1 op 17,1.

Pluspunt

Aan het onderstel van de vernieuwde Ka+ is niet gesleuteld, maar dat was eigenlijk ook niet echt nodig. Veel componenten zijn van de huidige Fiesta overgenomen en de Ka+ rijdt daardoor ook bijna net zo goed als die Fiesta, die tot de top in zijn klasse behoort. Je kunt de Ka+ best sportief rijden en hij stelt dan zeker niet teleur, want er is bij de afstelling van het onderstel een goede modus gevonden tussen comfort en goede wegligging. Ook heeft de besturing voldoende gevoel en is lekker direct. Op de remmen geen kritiek, wel zou de Ka+ wat meer veiligheidssystemen mogen hebben. Zaken als noodremsysteem, Lane Departure Warning of dodehoeksignalering behoren niet eens tot de opties.

Conclusie

De Ka+ een budgetauto noemen is na de update onterecht. Hij is weliswaar een fractie duurder, maar ook weer beter geworden. Van buiten niet echt opvallend, maar van binnen lekker ruim en hij ziet er iets verzorgder uit. Hij heeft meer pluspunten nu en daar is de nieuwe driecilinder benzinemotor er zeker één van.