Door Hans van Sunder op dinsdag, 01-10-2019 in

Machtige mastodont

Rijdend op de A1 passeer ik een Audi Q7. Geïmponeerd kijkt de bestuurder naar mij op. Een tikkie hautain kijk ik op de Q7 neer en vraag mij af of ik de arme man nu een minderwaardigheidscomplex bezorgd heb. Begrijp mij niet verkeerd, de Q7 is ook geen kinderachtige auto, maar in vergelijking met de BMW X7 lijkt hij bijna nietig. Maar liefst 5,15 lang is de X7. Dan dringt zich direct de vraag op: Is dit niet iets teveel van het goede. Zeker in ons land?

Vrijwel de meeste parkeergarages in ons land zijn een No-Go area en ook in de binnenstad blinkt deze machtige mastodont niet uit in wendbaarheid. Een ritje over de Amsterdamse grachtengordel – natuurlijk niet zijn natuurlijke habitat, al kunnen veel van de bewoners hem zich wellicht wel permitteren – is een verzoeking. Daarentegen gedraagt hij zich als een grootvorst op de snelweg.

De BMW X7 is groot en zijn prijs hoog. Daar kun je gewoonweg niet omheen. Voor minder dan een ton is hij niet te koop. Prijzen beginnen bij 115.350 euro voor de xDrive30d. Voor de door mij gereden xDrive40i moet in standaarduitvoering het lieve sommetje van 118.925 euro betaald worden. Van dat bedrag vloeit overigens ruim 45.000 euro in de staatskas. Aan mijn testauto waren liefst 28 opties toegevoegd en dit resulteert in een prijskaart van 155.365,05 euro. Die vijf cent is wel koddig op een bedrag van ruim anderhalve ton.

Concurrenten

Van alle grote SUV’s in het premiumsegment is de X7 de grootste, al komt de Mercedes GLS heel dicht in de buurt. De andere concurrent hebben we al genoemd: de Audi Q7. En dan is er ook nog de Cadillac Escalade. Die is net weer een paar centimeter groter en dat is dus helemaal een (Amerikaans) slagschip.

Ontzag

De X7 is groot, beangstigend groot , dat straalt hij vanuit iedere hoek uit. Hij is maar liefst 23 centimeter langer dan de X5, ook al geen kleine jongen. Hij is een fractie, maar dan ook echt een fractie (4 mm) minder breed, maar nog altijd twee meter en hij is hoog. Met de X6 scheelt het zes centimeter (1,805 tegen 1,745 meter). Ook is de wielbasis nog eens dertien centimeter langer. Hij boezemt ontzag in. Als je hem in je binnenspiegel aan ziet komen, ga je vanzelf aan de kant. Groot is ook de niervormige grille. En wat ook opvalt, is het veelvuldig gebruik van chromen details. Dat maakt de X7 alleen nog maar chiquer.

Royaal

BMW levert de X5 ook met een derde zitrij, maar dan is het echt schipperen met de leefruimte op de achterste twee stoelen. Er zouden dus maximaal zeven personen in de X7 kunnen zitten, maar niet in mijn testauto, want de middelste rij bestaat uit twee aparte stoelen. Er kunnen er dus ‘maar’ zes in. In de X7 is het comfort helemaal achterin een stuk beter, zeker als de stoelen op de middelste rij elektrisch verder naar voren worden geplaatst. Zelfs ik kan helemaal achterin redelijk zitten. Overigens gaat de stoelverstelling, of je nu voorin of helemaal achterin zit elektrisch. Neerklappen idem dito.
Er is dus royaal de ruimte in de X7. Ook voor bagage. Met zes personen in de auto is de laadruimte 300 liter groot, maar worden de vier stoelen achterin neergeklapt dan heeft de X7 met 2.100 liter een laadruimte als een bestelwagen.
Zoals je van een BMW – en zeker van deze X7 – mag verwachten, ziet het interieur is prachtig uit met hoogwaardige materialen, schitterend witleren bekleding en glimmend pianolak. Op het comfort is niets af te dingen. Achterop beide voerstoelen hangt een beeldscherm.

Beresterk

We trekken de vergelijking met de X5 nog even verder door en zien dan dat de X7 zo’n 300 kilo zwaarder is en maar liefst leeg 2.395 kilo weegt. Om dat gewicht in beweging te krijgen, heb je natuurlijk wel een krachtige motor nodig. Dat is de xDrive40i wel toevertrouwd. De 3.0-liter zescilinder in lijn benzinemotor levert dankzij een turbo 250 kW/340 pk en een maximum koppel van 450 Nm. Dat levert een topsnelheid op van 245 km/uur, terwijl de sprint van 0 naar 100 km/uur ondanks zijn hoge gewicht slechts 6,1 seconden in beslag neemt. Bovendien hoor je de motor nauwelijks, is hij beresterk bij weinig toeren en is hij gekoppeld aan een sublieme 8-traps ZF automaat.
Maar hij lust wel een slok. Volgens de fabrieksgegevens zou 1 op 11 mogelijk moeten zijn, maar hoewel ik zeker niet het onderste uit de kan heb gehaald, ging er toch op iedere 8,7 kilometer één liter benzine door het injectiesysteem.

Woelige baren

Dat de X7 vooral voor de Amerikaanse markt (daar wordt hij ook gebouwd) bedoeld is, wordt vooral duidelijk bij het rijgedrag. De luchtvering is zo op comfort afgesteld, dat tijdens het rijden af en toe het liedje ”op de woelige baren” door mijn hoofd spookt. Bij stevig remmen duikt de neus een beetje en als je fel optrekt komt de neus juist omhoog. Ook helt de carrosserie wat over in bochten. De X7 is dus geen dynamische auto, zoals ik gewoonlijk van BMW gewend bent. Ook wel logisch, want zoals eerder gemeld, is hij vooral voor de Amerikaanse markt bedoeld.
Dankzij de dubbele beglazing heerst er een weldadige rust in de X7. Op de snelweg voelt hij zich het meest thuis. Je moet met het sturen rekening houden met zijn formaat (iets ruimere bochten nemen) en in de stad wordt zijn grootte extra duidelijk. Sturen doet hij overigens prima, net als remmen en de veiligheidsuitrusting is riant.

Conclusie

Voor in ons land is de X7 net een half maatje te groot. Hij voelt zich als een vis in het water op de snelweg, maar in de stad is zijn formaat een aandachtspuntje, laat staan dat je met een gerust hart een parkeergarage inrijdt. De ruimte is riant, het (rij)comfort staat op ongekende hoogte, maar ik blijf toch maar aanhikken tegen zijn enorme afmetingen.