Door Willem van den Elskamp op maandag, 20-04-2015 in

DKW was in de jaren ’60 vaak onderwerp van grappen en grollen. Zo waren er nogal wat spotnamen bedacht op de afkorting DKW, zoals ’Duitse Kinder Wagen’, ’Dit Kreng Weigert’ en ’Das Krankenhaus Wartet’.

Tijdens de elf maanden (van oktober 1967 tot september 1968) dat ik, Willem van den Elskamp, als dienstplichtig marechaussee van de lichting 67-1, in Seedorf ’lag’, heb ik echter met veel plezier tienduizenden kilometers met een DKW Munga gereden.

Bijnamen

Voor DKW (oorspronkelijke betekenis: Dampf-Kraft-Wagen) waren overigens ook wel  vleiende bijnamen bedacht, zoals ’Des Knapen Wunsch’ en ’Das Kleine Wunder’

’Parate hap’

Tijdens mijn opleiding tot dienstplichtig marechaussee op het OKMar (Opleidingscentrum Koninklijke Marechaussee) in Apeldoorn kon ik mijn militaire rijbewijs halen. Dat was in die tijd de grote wens van veel dienstplichtigen. Want het scheelde je ettelijke honderden guldens. Als je in militaire dienst drie maanden rij-ervaring had en schadevrij had gereden, kon je je militaire rijbewijs omzetten in een burgerrijbewijs. Hatsekiedee!

Op de rijschool van de Marechaussee lesten we in Dodge 4×4’s, een kleine ééntonner met een lier op de voorbumper. Bij de ’parate hap’ in Nunspeet reden we vervolgens met Nekaf’s.

Wiedergutmaching

Begin oktober ’67 verkaste ik naar de legerplaats Seedorf, gelegen in de Noord-Duitse laagvlakte tussen Bremen en Hamburg. Daar kreeg ik een ’eigen auto’: de DKW Munga met  militaire registratie M14. Hierbij staat de ’M’ voor Marechaussee, het getal 14 betekent: de vierde auto van het eerste peloton. Tevens was dit de auto van de pelotonswachtmeester.

Het Nederlandse leger in Duitsland beschikte destijds over honderden Munga’s F91. Die had de Duitse overheid aan ons land moeten ’betalen’ in het kader van de ’Wiedergutmaching’ na WO II.

Driepitter

DKW bouwde van 1956 tot en met 1968 in totaal 46.750 Munga’s F91. In de machinekamer staat een driepitter in lijn tweetaktmotor met een slagvolume van 981 cm3. Zijn maximum vermogen beloopt een riante 44 pk bij 4.250 tpm. Schoon aan de haak weegt-ie 1.015 kg.

Vanwege de mengsmering moest je altijd een blik olie aan boord hebben om de benzine na elke tankbeurt mee aan te lengen. Door de primitieve tweepitter in de ’machinekamer’ maakte de Munga een nogal typisch geluid: ’reutelen’ is de beste benaming. Je hoorde ze van verre aankomen: vaak hoorde ze nog eerder dan je ze zag.

Canvas-deuren

Mijn officiële functie luidde: ”marechaussee politiedienst, chauffeur, radiotelegrafist, NBC-specialist”. Dat ik in Seedorf verantwoordelijk was voor een eigen ’jeep’ vervulde mij wel met trots. Je moest zuinig zijn op die Munga, en dat was je waarachtig ook wel.

Alle MP Munga’s in Seedorf hadden witte bumpers en een blauw zwaailicht. Plus natuurlijk een blauw bord met witte letters vóór en achter met de tekst: ’Koninklijke Marechaussee’.

In de eerste weken in Seedorf dat ik met de M14 (liefkozend ’Marie Veertien’ geheten) op pad moest, was ik wel eens een tikkie nerveus. Want het werd in de herfst al vroeg donker. En rijden bij duisternis met zo’n Munga vergde wel even gewenning. De ruitenwissers waren nogal bescheiden van formaat en hadden vooral op de Autobahn moeite om het regenwater goed weg te krijgen. Het uitzicht door de plastic ruitjes in de canvas-deuren hield ook niet over. Maar alles went.

Escorte

Wanneer we als piket-ploeg op patrouille gingen, mocht het dak erop en de deuren in de hengsels blijven. Zo niet als we een escorte hadden van pakweg een tiental diepladers (’low-loaders’ in het jargon) met tanks erop, die we moesten begeleiden naar onder meer de NATO Schieszplatz Bergen-Hohne ten zuiden van Soltau. Dan ging het dak eraf en de deuren eruit.

Met als doel dat de bijrijder in alle dorpen die we onderweg door kwamen, rechtop in de jeep kon staan. Zich vasthoudend aan de voorruit, met brede gebaren en hard fluitend op z’n politiefluit zette hij het verkeer stil, zodat de colonne aaneengesloten kon doorrijden.

Hartje winter zat je in de Munga dan flink te blauwbekken. En dat duurde uren, want zo’n militaire colonne met de MP-jeep voorop haalde een gemiddelde snelheid van een sportfiets.

Zomers daarentegen maakte je in de Munga met je Marechaussee-pak aan en ’kalkemmer’ (zoals onze witte helm werd genoemd) op de ’blits’; vooral ook bij de Duitse ’Mädel’…

Dit verhaal verscheen in 2009 eerder in maandblad ”Onschatbare Klassieker Magazine” en begin 2015 op de site www.marechausseenostalgie.nl.