Door Willem van den Elskamp op vrijdag, 02-10-2015 in ,

”Ga je dit jaar nog naar de IAA?” werd me de afgelopen weken – zoals doorgaans in de oneven jaren rond deze tijd – gevraagd. Nee, voor ’t eerst sinds 1979 zal ik de tweejaarlijkse Internationale Automobil Ausstellung op het Messe-Gelände in Frankfurt niet bezoeken.

Waarom niet? Wel, daar zijn diverse redenen voor: het is me te lastig om het allemaal te regelen, kost te veel geld: reis plus minimaal één overnachting, de show is me te massaal, te veel geloop van hot naar her. Waarbij je steeds op stands komt waar alle noviteiten nog onder een laken staan te wachten tot het moment der onthulling later die dag eindelijk daar is.

Last but least: beroepshalve kan ik er te weinig mee. Want de tijd van pakweg twintig jaar gleden dat ik over zo’n autoshow een acht tot tien pagina’s groot verhaal kon tikken voor AutoPress of – zoals in de jaren 2007, 2009, 2011en 2013 – dat ik video-filmpjes voor www.autokopen.nl mocht maken, ligt helaas achter me. Zoals het grootste gedeelte van mijn toekomst inmiddels achter me ligt. Dat is trouwens wel een lekker rustig idee… Relax man!

Goede herinneringen

Jur Raatjes, de PR-manager van Mazda Motor Nederland, informeerde twee weken geleden bij de Mazda Golf Challenge op het Rijk van Nunspeet, naar mijn eventuele IAA-bezoek. In mijn geheugen borrelde toen diverse goede IAA-herinneringen op die ik mede aan Mazda te danken heb.

Bij mijn eerste IAA-bezoek in september 1979 reed ik samen met Frits Schipper, de toenmalige en helaas vijf jaar terug overleden Bussumse Mazda-dealer Croes & Co, naar Frankfurt in een toen net nieuwe, revolutionaire RX-7 met ’Rotary-motor’, oftewel ’Wankel-motor’, in goed Nederlands ’Draaizuigermotor’. Dat was sensationeel, spannend, super.

Gladde jongen

Drie jaar later had ik zelf zo’n Mazda RX-7 gekocht. Mijn playboy-periode was toen op zijn hoogtepunten; talrijke hoogtepunten trouwens… Zo’n ’poor man’s Porsche’ was daarbij een handig hulpmiddel. Écht nodig was-ie natuurlijk niet. Maar als ’gladde jongen’ maak je met zo’n RX-7 toch nét iets meer indruk op het vrouwvolk dan met een lullig Fiatje 127, Opeltje Kadett of Simcaatje 1000. ”Wat heb je een mooie auto”, hoorde ik dan ook regelmatig. Waarop ik dan snedig/ondeugend antwoordde: ”En dat is m’n auto nog maar”. MULO-humor.

Op de IAA-persdag van september 1983 stond ik op de Mazda-stand ineens oog-in-oog met Dr. Felix Wankel, de ’uitvinder’ van de naar hem genoemde Wankel-Motor.

Ik vertelde hem dat ik tot mijn grote tevredenheid al ettelijke duizenden kilometers onder de wielen van mijn witte RX-7 had laten doorglijden. Terwijl ik eveneens met plezier memoreerde hoe ik tijdens de legendarische 17-daagse Mazda-persreis van oktober 1982 in het Mazda-bolwerk Hiroshima had kennis gemaakt met Kenichi Yamamoto, die bij dit Japanse automerk verantwoordelijk was voor de productie en ontwikkeling van de Rotary-motor. Diens bijnaam luidde dan ook: ”Rotary-professor”.

BV De Goudmijn

In de jaren ’80 en ’90 reisde de vaderlandse autojournalisten in de september-maand van de oneven jaren massaal af naar de IAA. Destijds had elk zichzelf respecterend dagblad/dagblad-concern nog een eigen autojournalist in dienst. Terwijl ook de huis-aan-huis bladen hun lezers wekelijks een autorubriek voorschotelden. Waarbij de locale/regionale dealers maar wat graag hun nieuwste modellen en hun occasion-aanbod in advertentievorm aan de lezers voorstelden.

Met mijn Persburo Page Press in Bussum voorzagen we wekelijks tientallen h-a-h-bladen in het gehele land van allerlei informatie, zoals autokopij, shownieuws en andere onderwerpen.

Onze kopij-service was zo’n succes dat we rond 1990 besloten de naam van ons persburo te veranderen in ”BV De Goudmijn”. Terwijl de plinten in ons kantoor in steeds rapper tempo wegspoelden vanwege de bakken geld die er tegenaan klotsten. Si non é vero, é ben trovato…

Goed bezig

Op de persdagen van de IAA kwam het dan voor dat PR-manager A aan enkele journalisten vroegen of ze zin hadden om ’s avonds met elkaar een vorkje ter prikken. PR-manager B deed idem dito bij enkele andere journalisten of soms bij dezelfde, die dan voor de moeilijk keus stond: ga ik vanavond met A of B mee?

Dit leidde tot het goede idee dat de APRC, de club van PR-managers in de autobranche, besloot een gezamenlijk etentje te beleggen. Waarbij alle op de IAA aanwezige vaderlandse autojournalisten, cameramannen, enzovoort van harte welkom waren. Dit vrolijke en vooral ook smakelijke festijn speelde zich af in restaurant ’Brückenkeller’ in hartje van Frankfurt. Gezelligheid troef, socializen met de PR-dames en PR-heren die je eerder de dag op de autoshow niet had gesproken danwel nog niet helemaal de kleren van het lijf had gevraagd.

Qua drank werd er niet op een fruitige, twinkelende witte of een ravissante roderik gekeken.

In mijn briljante geheugen liggen de beelden van die avonden voor het oprapen. Zo herinner ik me dat ik één van die jaren ’aanzat aan’ de tafel waar de charismatische en helaas veel te vroeg overleden Karel ter Haar van Nissan Motor Nederland de gastheer was.

Van PR-dame Inge de Zaaier van Pon’s Automobielhandel, opvolgster van de legendarische Ed Servaas bij dit Leusdense auto-importbedrijf, herinner ik me dat ze me tijdens één zo’n APRC-diner toevertrouwde: ”Jij weet zelf waarschijnlijk niet eens hoe goed je bent”.

Voor alle duidelijkheid: dat ging over mijn autostukjes en de oplage die ik ermee scoorde. In het kader van ’a dirty mind is a joy forever’ mocht u misschien een andere richting opdenken..

Volgens mij vonden deze etentjes plaats in de Frankfurtse IAA-jaren van 1983 tot/met 1999.

Gewelddadige gebeurtenis

Toen kwam de vermaledijde dinsdag 11 september 2001. Wat begon als een mooie persdag van de IAA 2001, zowel qua weer als qua autonieuws, stortte aan het begin van de middag volledig in. In één van de gangen van het immense Messe-complex kwamen mijn toenmalige hoofdverloofde en ik een Nederlandse collega tegen die vroeg: ”Hebben jullie al gehoord wat die  …censuur in het kwadraat …  hebben gedaan?”.

Wij wisten nog van niks. Maar we kwamen er snel genoeg achter: op allerlei stands waren de tv-schermen afgestemd op CNN. Mensen dromden er samen. Samen keken we verbijsterd toe hoe de eerste toren van de Twin Towers in het New Yorkse zakenhart door een vliegtuig in brand was gevlogen. Persconferenties werden acuut geschrapt. Terwijl de vlammenzee in de New York groter en groter werd, ging de IAA-persdag van 2001 uit als een nachtkaars…

Groot geluk

Sinds najaar 2005 kwam ik als columnist in actie voor www.autokopen.nl. In de zomer van 2007 werd ik naar het autokopen-kantoor in Haarlem geroepen. Mij werd gevraagd of ik het interessant zou vinden om in september naar de IAA 2007 te gaan om samen met een cameraman video-interviews voor de site van autokopen te gaan maken. Uiteraard zei ik ja.

Zo gezegd, zo gedaan. We vallen met onze neus in de boter. Alhoewel je geluk natuurlijk ook zelf moet afdwingen….

Aan de vooravond van de eerste persdag schuiven we naar binnen bij het grote preview-evenement van General Motors. Diverse merken, die toen tot GM behoorden, zoals Opel, Vauxhall, Saab, Cadillac, Chevrolet en Chevrolet/Daewoo, onthullen hier vast enkele noviteiten. Ook laten ze diverse prototypes zien, zoals de Opel FlexStream voorzien van een elektrische motor en een dieselaggregaat.

Na de ceremonies beklim ik gewapend met microfoon en gevolgd door de cameraman het podium om Alain Visser, de toenmalige marketingman van Opel Europe, te interviewen.

Elders op het podium zie ik Bob Lutz, de topman van GM uit Motown Detroit. Met hem praat ik een paar minuten over de toekomst van de elektrische auto’s bij GM.

Zo heb ik dus tijdens het eerste video-interview voor autokopen meteen al een vraaggesprek met één van hoofdfiguren in de autowereld. Noem het beginnersgeluk; of zeg maar dat iedereen recht heeft op ”fifteen minutes of fame”. Mij maakt het niet uit: hebben is hebben!

Groffe grappen

Op de IAA-shows die volgden, in 2009, 2011 en 2013, maak ik voor autokopen talrijke interviews met PR-managers van automerken of met auto-ontwerpers. Persoonlijk ben ik nogal trots op het vraaggesprek uit 2013 met de jeugdige Opel-ontwerper Ivo van Hulten bij de door hem ontworpen spectaculaire Opel Monza.

Traditiegetrouw nemen collega Wim Oude Weernink en ik aan het eind van de persdagen altijd even het nieuws door. En probeer ik ’s morgens altijd even live in te bellen bij de uitzending van Transportradio om het IAA-nieuws ook via de ether te roeptoeteren.

Dit jaar (2015) niks van dat alles. Achteraf blij toe. Want de IAA-nieuwslawine valt nu toch in het niets bij het bedrog van Volkswagen met de sjoemel-software voor hun dieselmotoren.

Uiteraard zijn de groffe grappen niet van de lucht: VW staat voor ”Vaarwel Winterkorn”, maar ook voor ”Vieze Wagens” en ”Vertrouwen komt te voet, maar gaat per Volkswagen”…

 

N.B.: Meer over mij en mijn Mazda RX-7 kunt u lezen in mijn column “Tweede leven voor Mazda RX-7 Club” van 14 april 2006 voor www.autokopen.nl. Ook de video-filmpjes van www.autokopen.nl van de diverse IAA-shows kunt u terugzien op internet, o.a. via YouTube.