Door Willem van den Elskamp op maandag, 20-04-2015 in

”Wat zit je toch steeds te doen?”, vroeg mijn tante ooit aan mijn neef zodra hij in zijn auto van de een naar de andere versnelling schakelde. ”Oh, niks bijzonders, ik moet af en toe een beetje in de benzine roeren”. Mijn tante geloofde dat.

Bokkensprongen

U begrijpt het al: in mijn familie heerste in de jaren ’50 en ’60 nogal wat onwetendheid over het gebruik van een automobiel. Maar goed: enkele familieleden van mijn vaderskant hadden dus wél een auto. Aan mijn moederskant was de autodichtheid veel minder dik bezaaid. Alleen mijn moeder’s broer had ergens beginjaren ’70 een Daf Variomatic aangeschaft. Jammer alleen dat hij de bediening van het ’pientere pookje’ maar niet onder de knie kreeg. Wegrijden met de Daf was voor mijn oom iedere keer weer een soort wedstrijd met onzekere afloop. Na elke visite van mijn oom en tante gingen mijn ouders en ik dan ook voor het raam staan om te zien met welke bokkensprongen de Variomatic zich dit keer in beweging zou zetten. Hilariteit verzekerd en teleurstelling als het per ongeluk eens goed ging.

Nou had ik makkelijk kletsen. Want ik had in het voorjaar van 1967 op de rijschool van de marechaussee in Apeldoorn een gedegen rijopleiding gekregen. Na de eerste drie maanden van militaire vorming en vóór dat de drie maanden durende politie-opleiding begon, werd ik een maandlang op die rijschool doorgezaagd over autotechniek, militaire administratie (wie mag je rij-opdrachten tekenen?), alle soorten vetten en olie, die bij het onderhoud van een militair voertuig nodig zijn en natuurlijk het autorijden zelf. Vier weken lang een half dag rijden en een half dag theorie.

Stokkentest

Voor die rij-opleiding kwam je overigens niet zomaar in aanmerking. Jongens die al een rijbewijs op zak hadden, gingen voor. Voor de overige plaatsen moest je je kwalificeren via twee tests: een reactietest en de stokkentest.
Bij die reactietest zat je in een mock-up van een auto. Als er een rood lichtje ging branden, moest je zo snel mogelijk claxonneren; bij een blauw lampje moest je als de wiedeweerga een pedaal intrappen en bij een geel lichtje moest je weer wat anders doen.
Bij de stokkentest viel er uit een soort wandrek steeds een stok. Die moest je opvangen vóór die de grond raakte. Ik slaagde met vlag en wimpel. En ging uiterst fanatiek naar de rijschool; vast besloten om mijn militaire rijbewijs te halen. Dat kon je dan later gratis omzetten in een burgerrijbewijs. Zo hield je mooi de honderden guldens, die een burger-rijopleiding destijds kostte, in je zak.

Ééntonners

In mijn tijd beschikte de militaire rijschool van de Koning Willem III kazerne in Apeldoorn over een twintigtal kleine ééntonners. Dit waren vierwielige Dodges 4×4, type WC (weapon carrier), met standaard vierwielaandrijving en in sommige gevallen ook een lier gemonteerd op de voorbumper.
Achterin waren twee primitieve houten banken voor het geval er passagiers mee moesten.
Naar verluidt stamden deze GMC Dodge auto’s nog uit WO II. Onder de matgroene legerverf zou nog zandkleurige woestijnverf zitten, zo werd beweerd. Ik heb het nooit gecheckt.

Cadans

Militaire auto’s uit die tijd hadden veelal nog een volledig ongesynchroniseerde versnellingsbak. Zo ook de Dodges 4×4 van de marechaussee-rijschool. Dat betekende dus dubbel klutsen, zowel bij het opschakelen als wanneer je een tikkie terug wilde.
Nou is het onder de knie krijgen van dubbel klutsen best wel een lastige truc. Daar moest je flink op oefenen. Als speciale tip vertelde de korporaal eerste klasse annex rij-instructeur aan ons leergierige jongemannen dan ook dat je heel goed kon droog oefenen met een bezem. Je zette je ene voet op de rechterkant van de bezem; je linkervoet uiteraard op de linkerkant, terwijl je de bezemsteel als schakelpook liet werken.
En dan in de slaapzaal maar schakelen toen je een ons woog. Zodoende kreeg je de handeling van schakelen – tussengas – weer schakelen, en dat in een mooie soepele cadans, wel snel door. Geen wonder dan ook dat ik mijn militaire rijbewijs in één keer heb gehaald.
En dubbel klutsen is – net als fietsen, zwemmen, schaatsen – , iets wat je nooit meer verleert en wat me ook tegenwoordig nog wel eens van pas komt als je bij het terugschakelen een flinke terugval in toeren moet opvangen.

Toevoeging webmaster marechaussee-nostalgie:

Tijdens de Tweede wereldoorlog bouwden de Dodge-fabrieken in de USA honderdduizenden voertuigen. Eén van de meest geproduceerde wagens was de driekwart ton WC 51 en de WC 52 4×4 (WC staat voor Weapon Carrier, in het vaderlandse leger toen aangeduid als ’Wep’).
De Weapon Carrier 52 had dezelfde technische uitvoering als de WC, maar dan aangevuld met vierwielaandrijving en een lier voorop. Gewicht: 2.380 kg. Motor: 3,8 liter zescilinder lijnmotor. Topsnelheid: 85 km/h.