Franse furies
Het zijn twee super sportieve auto’s van Renault, maar ze verschillen als dag en nacht van elkaar. We hebben het in dit geval over de Alpine A110 en de Renault Mégane R.S. Kun je de laatste heel goed als gezinsauto gebruiken en je dagelijkse boodschappen in doen. In de A110 beleef je pure sportsensatie voor twee en kun je ternauwernood een kratje bier achterin meenemen en dan niet één van 24 maar van twaalf flesjes.
De motor – bij de Mégane R.S. voorin en bij de A110 midscheeps – is hetzelfde. Het gaat om een 1,8-liter viercilinder turbobenzinemotor. Die levert in de R.S. echter hogere prestaties. Daar is hij goed voor 205 kW/280 pk en 390 Nm, terwijl hij in de A110 185 kW/252 pk en 320 Nm levert. Ook hebben beide Franse furies een verschillende automatische transmissie. Wel beide voorzien van dubbele koppeling, maar in de R.S. met zes en in de A110 met zeven versnellingen. En dan is er nog één essentieel verschil. Zoals het een echte sportauto betaamt heeft de A110 achterwielaandrijving; de R.S. die op de voorwielen. En oh ja, de A110 is een tweezitter is en in de Mégane R.S. kun je met minimaal vier personen prima zitten.
Nu ik toch met verschillen bezig ben: de Mégane R.S. is te koop vanaf 42.340 euro (handgeschakeld) en de A110 vanaf 64.300 euro (Pure). Ik heb echter gereden met de A110 Premium Edition (uitverkocht) en die kost 67.500 euro. De door mij gereden R.S. met EDC-bak kost 44.540 euro en met een aantal bijgeleverde opties komt de prijs uit op 48.664 euro.
Komt verder bij dat de A110 alleen bij Alpine Centres in Soestdijk en Hengelo te koop is en de Mégane R.S. bij alle Renault-dealers.
Als gegoten
Op weg om de A110 op te halen spookte voortdurend het zinnetje ”als ik er maar in pas” door mijn hoofd. De A110 is namelijk nog geen 4,20 meter lang en heel laag (1,25 meter). Maar die angst bleek volledig ongegrond. Zelfs met mijn 1,90 zit de A110 als gegoten. Alsof hij voor mij speciaal gemaakt is. Instappen of eigenlijk erin vallen is voor een man op leeftijd lastig, maar als je eenmaal in de sublieme kuipstoel zit, voel je je direct senang. Je zit heel laag net boven de grond en dat versterkt het sportieve gevoel. Het kleine sportstuurtje met dikke met leer en alcantara beklede stuurwiel zit precies op de juiste plaats. Op de ‘zwevende’ middenconsole drie knoppen (D,N,R) en je kunt ook schakelen via twee enorme flippers achter het stuur. Aluminium pedalen plus een aluminium voetensteun aan de kant van de bijrijder en carbonlook accenten voegen nog een sportieve touch toe. Maar ook een kleurenaanraakscherm en zaken zoals airco en elektrische raambediening zijn niet vergeten. Een echt handig boodschappenautootje is de A110 niet met voor 96 en achter 100 liter bagageruimte.
Nog één klein puntje van kritiek: de voorruit ligt vrij vlak, waardoor (althans bij mij) de achteruitkijkspiegel hinderlijk in de weg hangt.
Praktischer
Wat dat betreft is de Mégane R.S. natuurlijk een stuk praktischer, helemaal nu hij als vijfdeurs leverbaar is. Het is een ‘hot hatch’ die probleemloos als gezinsauto kan dienen. Even snel een boodschap doen is zo gepiept. Maar je kunt hem ook in stand Comfort zetten en dan is hij niet zo extreem. Op de achterbank is meer dan genoeg ruimte voor de kinderen en de laadruimte is ook alleszins redelijk, al lever je ten opzichte van de normale Mégane wel 90 liter in (294 tegen 384 liter). Maar ook de R.S. is met in twee delen neerklapbare achterbank uitgerust.
Van binnen is hij ook lekker sportief met prima sportstoelen, hetzelfde aan de onderkant afgevlakte sportstuur met daarachter de schakelflippers en aluminium pedalen.
Licht
Het was de bedoeling om de A110 onder de 1.000 kilo te houden, maar dat is niet gelukt (1.103 kilo). Koolstofvezel bleek te duur, dus werd het aluminium voor de carrosserie. Overigens woog de A110 uit 1962 slechts 700 kilo.
Maar meer dan 250 pk (185 kW/252 pk) en 320 Nm koppel voor slechts 1.100 kilo is meer dan genoeg. De prestaties spreken boekdelen met een sprint van 0 naar 100 km/uur in slechts 4,5 seconden en een (elektronisch begrensde) top van 250 km/uur. Bij het starten van de motor ben je direct bij de les. Hij klinkt lekker rauw en dat geluid zwelt met het klimmen van de toeren zinnenprikkelend aan. De motor bouwt zijn toeren ook snel op en de zeven versnellingen worden automatisch of handmatig rap ingelegd.
Tel daar een fantastische wegligging bij op en u zult begrijpen dat een rit in de A110 mij niet lang genoeg kon duren. Hij stuurt messcherp, je zit heel laag boven de grond en voelt de Alpine daardoor ook perfect aan. Ondanks dat hij achterwielaandrijving heeft is overstuur een zeldzaamheid. Rijden met de A110 is een sensatie en één groot feest.
Hot hatch
Dat is met de Mégane R.S. niet veel anders. Ook deze ‘hot hatch’ haalt een top van 250 km/uur. Door zijn hogere gewicht (1.405 kilo) heeft hij iets langer nodig voor de sprint van 0 naar 100 km/uur (5,8 seconden). Dit ondanks dat de motor, die iets docieler gekalibreerd is dan in de A110, meer vermogen en koppel levert (205 kW/280 pk en 390 Nm). Hij klinkt ook wat beschaafder, maar laat je daardoor niet in slaap sussen, want hard gaat het.
De nieuwe R.S. mag misschien iets minder extreem zijn dan zijn voorganger, hij stelt beslist niet teleur. De wegligging is echt fenomenaal. Natuurlijk is hij stug geveerd, maar niet zo hard als de A110. Toch heeft hij geen enkele moeite met bochten, al is hij in het grensgebied licht onderstuurd. De besturing is uitstekend en de wegligging ook, niet in de laatste plaats dankzij de hydraulische compressiestops en de meesturende achterwielen (4Control ofwel vierwielbesturing). Met behulp van R.S. Drive is de Mégane in drie rijmodi te zetten (Neutral, Sport en Race). In Race is het echt een beest.
Conclusie
Twee Franse furies, ieder met een eigen karakter. Op de nieuwe Alpine A110 hebben we veel te lang moeten wachten, maar hij was het wachten waard. Wat een pure sportauto is dit. Van elke kilometer heb ik genoten. Zo ook met de Mégane R.S., maar dan net op een andere manier. Minder extreem, maar daarom zeker niet minder leuk.