Budget de luxe
Goedkoop is duurkoop gaat voor Dacia beslist niet op. Het Roemeense merk, dat onderdeel van Renault is, heeft zich in de loop der jaren een zekere cultstatus verworven, zeker met de Duster. Die kwam in 2010 op de markt en is nu aan de tweede generatie toe.
In de loop der tijd heeft zich een interessante ontwikkeling voltrokken. Klanten van met name de Duster vinden het niet erg dat het dashboard van hard plastic is opgetrokken, maar willen wel meer luxe. De raampjes open slingeren, dat vinden ze verspilde moeite, airco is toch wel zo prettig en navigatie hoort er ook in een Dacia gewoon bij. Budget de luxe dus.
Want hoe je het ook wendt of keert, met de Dacia Duster koop je een SUV die een maatje groter is dan de concurrenten, zoal bijvoorbeeld de Renault Captur, terwijl je niet meer dan twintig mille kwijt bent. Dan moet je overigens wel kiezen voor de basisversie: de TCe 125 Essential. Alle andere Dusters komen boven de 20.000 euro uit, zoals ook de door mij gereden TCe 125 Comfort, die 20.680 euro (all-in) kost. Voor 3.00 euro meer wordt de Duster met vierwielaandrijving geleverd. De door mij gereden Duster had nog wat extra opties, zoals het Pack Look, Pack Comfort, metallic bruine lak, parkeersensoren achter en een ruimtebesparend reservewiel. Hierdoor komt de prijs uit op 22.045 euro en dat is beslist niet teveel.
Concurrenten
Want als je naar de doorgaans kleinere concurrenten kijkt, zoals de eerder genoemde Renault Captur, maar ook de Peugeot 2008, Opel Crossland X, Nissan Juke, Fiat 500X, Ford EcoSport, Volkswagen T-ROC, Suzuki Vitara, Kia Stonic, Hyundai KONA en Citroën C3 Aircross, dan is de Duster nog steeds zeer concurrerend geprijsd.
Naar voren
De Duster is niet spectaculair veranderd, maar hij is wel helemaal nieuw. Zo is voorruit maar liefst een decimeter naar voren geplaatst en is iets steiler. De nieuwe, meer karaktervolle grille sluit naadloos aan op de koplampen en de achterlichten met vier aparte segmenten zijn ook een goed herkenningspunt, net als de scherpe vouwen op de motorkap, de flink uitgebouwde wielkasten achter (brede heupen), de satijn-chromen skidplates voor en achter en de zwarte wielkastranden voor. Het maakt de Duster aantrekkelijker en stoerder. De tot de Pack Look behorende 16-inch lichtmetalen wielen en de satijnchromen dakrails en buitenspiegels doen daar nog een schepje bovenop.
Beter zitten
Een eerste indruk is bij mij altijd doorslaggevend en wat mij direct opviel was dat de stoelen veel beter zitten. De zitting is langer, waardoor nu ook mijn lange benen goed ondersteund worden en de rugleuning heeft meer profiel, zodat je ook beter op je plaats wordt gehouden. Wat ook snel duidelijk wordt, is dat de geluidsisolatie sterk verbeterd is en het dus stiller in de Duster is. Ook komt het gehele interieur hoogwaardiger over, al kom je hier en daar nog wel wat hard plastic tegen, maar dat hoort gewoon bij een Dacia. Zoals het kennelijk tegenwoordig ook de gewoonste zaak van de wereld is om een navigatiesysteem (Media NAV met DAB+: meerprijs 590 euro) en airco in je Duster te hebben.
Aan de ruimte in het interieur (wielbasis bleef met 2,67 meter gelijk) is niets veranderd. Voorin zit je prima, op de achterbank is het met enige inschikkelijkheid van degene die voorin zitten ook goed te doen en de laadruimte bedraagt 478 liter en is uit te breiden tot 1.623 liter.
Alleen TCe 125
In ons land wordt de Duster (vooralsnog?) uitsluitend aangeboden met de TCe 125 benzinemotor met als enige keuze voor- of vierwielaandrijving. Deze viercilinder turbobenzine is goed voor 92 kW/123 pk en een maximum koppel van 205 Nm vanaf 2.000 toeren. Die zorgt voor een topsnelheid van 177 km/uur en een acceleratie van 0 naar 100 km/uur in 10,4 seconden. Hij komt ook best vlot over, is gekoppeld aan een prettig schakelende zesversnellingsbak en heeft voldoende trekkracht bij lage toeren. Je hoeft hem dus niet in het ‘rood’ te jagen. Daardoor blijft de motor mooi op de achtergrond. Wel hoor je wat windgeruis.
Van de beloofde 1 op 16,4 blijft uiteindelijk 1 op 12,3 over. Acceptabel.
Acceptabel
Zoals de wegligging ook zeer acceptabel is, al is de Duster geen hoogvlieger. Met voorwielaandrijving is hij licht onderstuurd, maar dat is simpel te corrigeren. De besturing zou in de middenpositie iets meer feedback mogen geven, maar je kunt de Duster wel precies sturen. Van zijwind heeft de Duster weinig last en de meeste oneffenheden worden keurig gladgestreken. Door die wat soepele vering helt hij in de bochten een beetje over. Over de remmen geen klagen.
ABS en Elektronische Stabiliteit Controle en bandenspanningscontrolesysteem zijn standaard, maar voor andere veiligheidsvoorzieningen moet je je portemonnee trekken of de meest complete Prestige kopen.
Conclusie
De nieuwe Dacia Duster neemt een aparte positie in het segment van de compacte SUV’s in. Je krijgt gewoon meer auto voor je geld. Een SUV ook die er aantrekkelijker van buiten en van binnen uitziet. Op de rijeigenschappen is weinig aan te merken, al zet de Duster natuurlijk geen standaard. Hij presteert naar behoren. Hoe lang hij zijn cultstatus nog zal behouden, is de vraag. Hij kruipt namelijk steeds dichter tegen de ‘mainstream’ concurrenten aan, al blijft zijn gunstige prijs een enorme pre.