Wachten waard
Het is allemaal begonnen met de grootste: de Touareg. Maar zoals Volkswagen ook haar motoren heeft gedownsized (minder cilinderinhoud), zijn de nieuwe SUV’s van het merk ook steeds kleiner geworden. De Tiguan volgde, nog niet zo heel lang geleden kwam de T-ROC de gelederen versterken en nu is het de beurt aan de kleinste SUV: de T-Cross.
De naam geeft aan dat Volkswagen deze compacte hoogzitter liever als crossover ziet. Kan ik mee leven. Feit is wel dat ze in Wolfsburg best wel lang hebben gewacht met de lancering van de T-Cross. Vrijwel alle concurrenten hebben er één, sommigen zijn al aan de tweede generatie toe (Renault Captur). Dat heeft als voordeel dat je goed kunt onderzoeken waar de zwakke punten van dit soort auto’s liggen en die aan kunt pakken. Of dat gelukt is, zal dit verhaal onthullen.
Kwaliteit heeft zijn prijs, daar is niets mis mee. Maar de nieuwe T-Cross is behoorlijk (veel) duurder dan zijn concurrenten. Voorbeeld: van de Seat Arona beginnen de prijzen bij 19.800 euro voor de basisversie met dezelfde motor. De Opel Crossland X staat al voor 19.999 euro voor de deur, maar heeft dan wel een minder krachtige motor. Prijzen van de T-Cross beginnen bij 22.620 euro. Voor de door mij gereden T-Cross Life met 1.0 TSI-benzinemotor van 85 kW/115 pk gekoppeld aan een 7-traps DSG-automaat met dubbele koppeling moet 27.770 euro betaald worden. Met onder andere het R-Line exterieur pakket (1.477 euro), het Executive pakket (1.025 euro), LED koplampen (1.048 euro), 17-inch lichtmetalen wielen (542 euro) en nog wat ander klein spul, komt de prijs van de testauto uit op 32.949 euro.
Concurrenten
Voor alle concurrenten – behalve de Fiat 500 X, maar die is ook een half maatje groter – hoeft minder betaald te worden. Dan hebben we het over de Citroën C3 Aircross, de Ford EcoSport, de Hyundai Kona, Kia Stonic, Nissan Juke, Opel Crossland X, Peugeot 2008, Renault Captur, Seat Arona en Suzuki Vitara. Alleen de begin volgend jaar leverbare Skoda Kamiq is met een vanafprijs van 23.790 euro duurder., maar die is dan ook bijna vijftien centimeter langer.
Geen WOW factor
Laat ik het zo zeggen. De T-Cross heeft niet echt de WOW factor. Het is een degelijke, Duitse crossover van goede bouwkwaliteiten, maar mijn autohart gaat er niet sneller van kloppen. Dat wil ook weer niet zeggen dat hij lelijk is. Noem hem tijdloos of keurig, zo u wilt. De achterkant springt er nog het meest uit met zijn achterlichten en over de volle breedte van de achterklep doorlopende zwart/rode paneel. In het wit vallen de zwarte dakrails meer op en de 17-inch lichtmetalen wielen zijn zeker een aanwinst. Hij is met bijna 4,11 meter lekker compact.
Verschuifbaar
In een crossover van dit formaat is het schipperen met de binnenruimte. De wielbasis van de T-Cross is op een paar millimeter na gelijk aan die van de Polo, dus binnen is de ruimte beperkt, maar vaak wel beter dan bij veel concurrenten. Het is namelijk ontzettend handig dat de achterbank over best wel een aardige lengte verschuifbaar is. Als die achterbank in de achterste stand staat, is de beenruimte daar heel behoorlijk. Ook ik kan daar redelijk zitten met mijn 1,90 meter. Met de achterbank in de achterste stand bedraagt de laadruimte 385 liter en staat die helemaal naar voren, dan is dat 455 liter (maximaal 1.281 liter met neergeklapte achterbank). Handig is ook dat de rugleuning van de bijrijdersstoel neergeklapt kan worden. Die stoelen zitten overigens prima met veel steun.
Het interieur ziet er prima verzorgd uit, maar eerlijk gezegd ben ik van Volkswagen wel beter gewend. De materialen zien er weliswaar fraai uit, maar veel is toch van hard plastic.
Op ergonomisch vlak is er weinig op de T-Cross aan te merken. Alle bedieningsknoppen zitten op logische en goed bereikbare plaatsen en het infotainmentsysteem met zijn heldere, goed afleesbare display is simpel te bedienen. Het fraaie digitale instrumentarium vergt een extra investering van 363 euro.
Fijne combinatie
Onder de motorkap van mijn T-Cross lag de bekende 1.0 TSI turbobenzinemotor. Deze driecilinder is er in de T-Cross met 70 kW/95 pk en met 85 kW/115 pk. Met de laatste heb ik gereden en dan gekoppeld aan een 7-traps DSG-automaat met dubbele koppeling. Dat is een hele fijne combinatie. De TSI biedt namelijk naast de 85 kW/115 pk ook een flink koppel van 200 Nm en dat al bij 2.000 toeren. Hij is dus lekker soepel. Je hoeft hem ook niet echt hard te laten werken om de 1.275 kilo zware T-Cross vlot van zijn plek te krijgen. Hij zorgt voor een topsnelheid van 193 km/uur en een acceleratie van 0 naar 100 km/uur in 10,2 seconden. Bovendien doet hij in betrekkelijk stilte zijn werk. Alleen als je ver doortrekt in de toeren en bij fel optrekken laat hij iets van zich horen.
De DSG-bak blijft een genot. Hij schakelt bijna onmerkbaar en zorgt bovendien voor een iets lager verbruik ten opzichte van de handbak. De 1.0 TSI verbruikt volgens fabrieksopgaaf 1 op 20 (nog geen WLTP). Daar bleef 1 op 14,6 van over.
Vertrouwd
Rijden doet de T-Cross als een echte Volkswagen, heel vertrouwd. Hij doet geen gekke dingen. Is ondanks de iets grotere 17-inch wielen, die je wel hoort, nog altijd comfortabel geveerd. Van oneffenheden in de weg merk je nauwelijks iets. Wel helt de carrosserie iets over in bochten en daar is de T-Cross ook licht onderstuurd, maar dat is simpel door iets minder gas te geven te corrigeren. De besturing is opvallend licht en niet al te scherp. Hoge snelheden zijn geen enkel punt. Zoals ook de remmen uitstekend functioneren. Met het optionele Driving Profiles (112 euro) kun je verschillende rijstijlen kiezen.
Standaard heeft de T-Cross dodehoeksignalering, waarschuwing bij kruisend verkeer en een noodstopsysteem met voetgangersherkenning.
Conclusie
Met de T-Cross heeft Volkswagen een geduchte concurrent in het segment van de compacte SUV/crossover gelanceerd. Een auto die hoger geprijsd is dan zijn concurrenten, maar het is wel een Volkswagen en dat telt voor veel mensen. Hij is dankzij zijn verschuifbare achterbank praktisch, rijdt heel betrouwbaar en heeft een tijdloos design dat niet snel zal vervelen. Hij heeft echter ook wat (niet onoverkomelijke) zwakke punten, zoals de wat tegenvallende afwerking van het interieur en een wat anoniem uiterlijk. Maar hij is wel het wachten waard.