Door Hans van Sunder op woensdag, 15-11-2017 in

Verfijnd vlaggenschip

Laat ik maar direct met de deur in huis vallen. Volkswagen noemt haar nieuwe Arteon – de opvolger van de Passat CC, later simpelweg CC genaamd – een Gran Turismo, afgekort GT. Die twee letters associeer ik met sportiviteit. En dat is nu net wat er een beetje aan de Arteon met 2.0 TDI motor aan ontbreekt. Maar begrijp mij niet verkeerd. De Arteon is wel een verdraaid goede en fraaie auto.

De nieuwe Arteon is net boven de Passat gepositioneerd en omdat de Phaeton al een tijdje uit productie is, is de Arteon nu het vlaggenschip bij de limousines. Maar wel met een atletisch voorkomen. Hij heeft veel weg van een coupé, een vierdeurs coupé met nog een verrassing, namelijk een grote achterklep, waardoor de forse laadruimte goed bereikbaar is.

Ook in prijs is de Arteon boven de Passat geplaatst. Voor de laatstgenoemde moet minimaal 33.690 euro (1.5 TSI Trendline) worden neergeteld. De Arteon is ruim zes mille duurder. Hier beginnen de bedragen net onder de 40 mille (39.950 euro met dezelfde 1.5 TSI-motor). De door mij gereden Arteon 2.0 TDI (110 kW/150 pk) Business R kost 49.390 euro (all-in). Maar met metallic lak, R-line leren bekleding, panoroma schuif-/kanteldak, Dynaudio geluidsinstallatie, elektrisch verstelbare bestuurdersstoel met massagefunctie, Easy Open achterklep, Discover Pro multimedia- en navigatiesysteem, 19-inch Montevideo lichtmetalen wielen, achterruitrijcamera, dynamische grootlichtassistent en Premium telefoonvoorbereiding staat onder aan de streep een bedrag van 58.657 euro. Dat is andere koek.

Concurrenten

Er gemakshalve even van uitgaande dat Volkswagen (net) niet tot het premium segment behoort, is de concurrentie niet bestaand. Er moet hogerop gezocht worden en dan komen we bij de Audi A5 Sportback, BMW 4-Serie Gran Coupé en de Mercedes E-Klasse Coupé, maar dat is een tweedeurs.

Atletisch

Het gebeurt niet vaak dat ik onder de indruk ben van het design van een Volkswagen. Ze hebben doorgaans een wat saai, tijdloos design. Er zijn natuurlijk in het verleden uitzonderingen geweest en de nieuwe Arteon behoort tot die categorie. Het is werkelijk een zeer fraaie auto met een atletische, dynamische lijnvoering. Een gestrekte, elegante vierdeurs Coupé met een front waarin de LED-koplampen en dagrijverlichting via de verchroomde lamellen naadloos overvloeien in de motorkap en de grille. De wielkasten zijn iets verbreed en dat maakt hem nog een tikje sportiever. Naar achter toe loopt de daklijn flink af en eindigt in een fraai gestileerde achterzijde. Geen kofferdeksel, maar een forse achterklep.

Slok op een borrel

De Arteon staat op het modulaire MQB-platform dat ook gebruikt is voor de Passat. Hij is alleen een half maatje groter. In lengte scheelt het een decimeter, terwijl de wielbasis een kleine vijf centimeter langer is dan van de Passat. Dat scheelt een slok op een borrel. Achterin is de Arteon namelijk opvallend ruim. Normaliter moet de bestuurdersstoel (ik ben 1,90 meter) voor mij bijna altijd in de achterste stand. Niet in de Arteon, waardoor de beenruimte op de achterbank zeer royaal is. En ondanks de aflopende daklijn heb ik ook voldoende hoofdruimte. Die riante ruimte verhoogt het comfort aanzienlijk. Je zit heerlijk ontspannen in de veel steun gevende stoelen en ook de achterbank heeft een hoog zitcomfort. En met 563 tot 1.557 liter is de laadruimte riant en dankzij de eerder genoemde achterklep goed bereikbaar.

De Arteon is Volkswagens nieuwe vlaggenschip en dat wordt ook duidelijk zichtbaar in het kwalitatief uitstekend afgewerkte interieur met fraaie materialen, kleine toleranties en alle luxe. Zitten in de Arteon is niet alleen een lust voor het oog, maar ook voor de zintuigen.

Niets mis mee

Er is niets mis met de 2.0 TDI in de Arteon. Die levert met 110 kW/150 pk en een koppel van 340 Nm tussen de 1.750 en 3.000 toeren prima prestaties. Ondanks dat deze motor voor een topsnelheid van 220 km/uur en een sprint van 0 naar 100 km/uur in 9,1 seconden zorgt, mis je toch net even die brille, die extra spirit. Die zal de 2.0 TSI met 206 kW/280 pk zeker wel leveren en dan is de Arteon een echte GT. Maar nogmaals met die 2.0 TDI is niets mis. Hij beschikt over veel souplesse, doet zijn werk in betrekkelijk stilte en is ook niet echt een grote drinker met een gemiddeld getest verbruik van 1 op 17,6 (officieel 1 op 22,7). Daarbij is de 7-traps DSG-bak een subliem werkende transmissie die ook handmatig is te bedienen.

Semi autonoom

De nieuwe Arteon is voorzien van de allernieuwste assistentie- en comfortsystemen. Eentje verdiend extra aandacht en dat is de nieuwste generatie Adaptive Cruise Control (ACC). Die werkt prefect, zelfs in de stad en maakt van de Arteon een bijna semi autonoom rijdende auto. Een auto ook die mede dankzij de langere wielbasis heel comfortabel rijdt. Van oneffenheden in de weg weinig last heeft, maar toch ook een sportieve rijstijl toelaat. De besturing is scherp en heeft ook in de middenpositie gevoel, de Arteon is licht onderstuurd maar dat is simpel te corrigeren en beschikt over een stel betrouwbaar aanvoelende en goed doseerbare remmen.

Ook het vermelden waard is de dynamische bochtenverlichting die, omdat hij in combinatie met navigatiesysteem werkt, de verlichting in de bochten al aanpast voordat de auto de bocht daadwerkelijk wordt ingestuurd. En wat te denken van het systeem dat in het geval de bestuurder onwel wordt het Emergency Assist niet alleen laat afremmen, maar de auto automatisch ook naar de meest rechtse rijstrook stuurt, als het verkeer dat toelaat.

Conclusie

Voor het echte GT-gevoel moet de Arteon een krachtige motor hebben, krachtiger dan de door mij gereden 2.0 TDI. Laat onverlet dat het wel een schitterende, comfortabele en zeer goed rijdende limousine is, waarmee je (als zakenman) zeer representatief voor de dag kan komen. Kortom: de nieuwe Arteon is auto met heel veel kwaliteiten en klasse. Of dat voldoende is om Audi-, BMW- en Mercedes-klanten over de streep te trekken, is afwachten. Er is ook nog zoiets als status en imago.