Door Hans van Sunder op vrijdag, 12-05-2017 in

MPV met SUV-trekjes

Ruim tien jaar geleden – in 1996 om precies te zijn – lanceerde Renault met de Scénic als eerste een MPV/ruimtewagen in de middenklasse. Andere merken volgden. Opvallend genoeg bleef het aanbod in dit segment beperkt, hetgeen ongetwijfeld te maken zal hebben met de opmars van de compacte SUV/crossover. Toch ontwikkelde Renault, een beetje tegen de stroom in, weer een nieuwe Scénic, de vierde generatie alweer.

Na eerder met de Grand Scénic te hebben gereden, is het nu de beurt aan zijn ruim twee decimeter korter Scénic. Een week was ik te gast in de Energy TCe 130 Bose. Die kost 31.790 euro, maar met de nodige opties, zoals two-tone lak (zwart/honinggeel) leren bekleding, softtouch dashboard, Pack Cruising (head-up display en Safe Distance Warning), Pack Easy Park Assist (o.a. automatisch inparkeren en achteruitrijcamera), panoramisch vast glazen dak, ruimtebesparend reservewiel en 8-voudig elektrisch verstelbare voorstoelen stond onder aan de streep een bedrag van 37.183,91 (all-in). De Scénic is leverbaar vanaf 26.690 euro (Energy TCe 115 Life). De Grand Scénic heeft een meerprijs van 1.200 euro.

Concurrenten

Zoals eerder gememoreerd is het aanbod van compacte ruimtewagens beperkt. De concurrentie voor de Scénic is overzichtelijk met de Citroën C4 Picasso, ‘low budget’ Dacia Lodgy, Fiat 500 Living, Ford C-MAX, Opel Meriva, Kia Carens, Toyota Verso en Volkswagen Touran.

Dutch design

Laurens van den Acker, de Nederlandse baas van de designafdeling van Renault, heeft de laatste jaren duidelijk zijn stempel gezet op de vormgeving van het Franse merk. Dit ‘Dutch Design’ valt goed in de smaak en daarom zie je ook bij de Scénic ontwerpelementen terug uit bijvoorbeeld de Clio, Captur, Mégane en zelfs de Kadjar. Ze hebben allemaal een markante neus met prominent in het midden het logo. De Scénic is ten opzichte van zijn voorganger weer iets gegroeid. Vier centimeter om precies te zijn. Hij is ook een fractie breder en hoger. Ziet er best stoer uit en heeft wel iets van een SUV. Met 20-inch zijn de standaard lichtmetalen wielen van de Bose opvallend groot.

Functioneel

Het interieur van de nieuwe Scénic is, net als bij zijn voorgangers, functioneel. Maar de drie afzonderlijke stoelen uit het verleden zijn vervangen door een achterbank, die overigens wel (eenvoudig en in delen) is neer te klappen en de zitting is in lengte verstelbaar. Zo is het passagierscompartiment flexibel in te delen. Ook zijn er meer handige opbergmogelijkheden.
De Bose is de meest complete versie bij de Scénic en is van alle gemakken voorzien. Heeft zelfs een elektrisch verstelbare bestuurdersstoel met massagefunctie. Via het optionele vaste panoramische glazen dak komt het licht vrij naar binnen. Het dashboard ziet er strak en heel modern uit met een ‘zwevend’ tablet op de middenconsole. Het R-Link multimediasysteem inclusief navigatie is standaard en verbindt de chauffeur met de (virtuele) wereld.
De achterbank is te verschuiven en zo creëer je beenruimte ten koste van laadvolume. Maar met de bank in de achterste stand is de laadruimte nog altijd zeer royaal met 506 liter (572 liter als bank naar voren staat). Het maximum laadvolume heb ik niet kunnen ontdekken.
Met de bank naar achteren is er voldoende beenruimte om de klaptafeltjes in de rugleuning van de voorstoelen te kunnen gebruiken. Het glazen panoramadak snoept iets van de hoofdruimte af. Voorin zit je uitstekend. Wat hoger ook en de instap is daardoor prima. Op een lange rit is massage van de onderrug heel prettig.

In stilte

Ik ben op pad geweest met de Scénic met Energy TCe 130 motor. Dat is een viercilinder met een inhoud van krap 1,2 liter met turbo, gekoppeld aan een prettig schakelende 6-bak die de voorwielen aandrijft. De motor is goed voor 96 kW/130 pk en een maximum koppel van 205 Nm en dat al bij 2.000 toeren. Hij heeft dus voldoende trekkracht bij lage toeren en doet zijn werk in stilte. Veel schakelen is dus niet nodig. De topsnelheid is met 195 km/uur opvallend hoog en ook bij de sprint van 0 naar 100 km/uur stelt de Scénic met 11,4 seconden zeker niet teleur. Zet je de motor via R-Link in de Eco-stand (je hebt nog meerdere keuzes waaronder Neutraal, Sport, Comfort en Persoonlijk) dan moet je wat geduld opbrengen, want dan is de vaart er aardig uit. Het bespaart wel benzine. Het officiële (richtlijn 715/2007) verbruik bedraagt 1 op 17,2. Daarvan bleef in de praktijk 1 op 12,7 van over.

Keuzes

Via het R-Link systeem is Multi Sense te bedienen. Daarmee is de reactie op gaspedaal en besturing te controleren en je kunt daar als bestuurder zelf keuzes in maken. Ondanks de forse wielen, maar gelukkig niet al te platte banden, rijdt de Scénic comfortabel. Alleen bij drempels moet je de snelheid laag houden, vooral bij het afrijden van die drempel. Doe je dat niet, dan hoor je een harde bonk. Dit komt door de nogal soepele achterwielophanging. Hoge snelheden zijn geen probleem en ook van harde zijwind heeft de Scénic niet al teveel last. In bochten is hij controleerbaar onderstuurd en de remmen voelen betrouwbaar aan.
Renault heeft de Scénic Bose een uitgebreide veiligheidsuitrusting gegeven met onder andere achteruitrijcamera, vermoeidheidsdetectiesysteem, LED Pure Vision koplampen en een zelfstandig remsysteem met voetgangersdetectie. Dankzij het optionele Pack Easy Park Assist kun je hem ook zichzelf laten inparkeren. Ook Blind Spot Warning hoort daar bij.

Conclusie

In een tijd dat de compacte SUV/crossover een zeer grote aantrekkingskracht heeft, blijft Renault trouw aan de ruimtewagen. Ze hebben per slot van rekening de Captur en de grotere Kadjar om SUV-klanten te bedienen. De Scénic heeft bovendien wel iets weg van een SUV, maar is nog functioneel en daar is het om te doen bij een MPV.