Door Hans van Sunder op vrijdag, 06-10-2017 in

Burgerlijke ongehoorzaamheid

Braaf en burgerlijk is de Honda Civic al ruim tien jaar niet meer. Tussen de doorgaans wat saaie klassegenoten valt hij direct op. Maar bij de nieuwe, tiende generatie Civic zijn de scherpe kantjes er wel een beetje van af. Zo ziet het instrumentarium er nu minder futuristisch uit, maar toch blijft de Civic nog steeds een beetje burgerlijk ongehoorzaam.

Want opvallen doet hij met zijn coupéachtige carrosserie. Hij lijkt beduidend groter dan zijn voorganger, al is hij in lengte slechts met twee centimeter gegroeid. Dieselen kan vooralsnog niet met deze nieuwe Civic. De verbeterde 1.6 i-DTEC is pas vanaf maart volgend jaar beschikbaar. De zeer sportieve Type R (320 pk! en 53.980 euro) eerder.

Dus nog geen diesel. De enige twee opties zijn op dit moment de 1.0-liter driecilinder turbo en de 1.5 i-VTEC. Daartussen niets. Daardoor zit er niet alleen een flink gat in geleverd vermogen (95 kW/129 pk of 134 kW/182 pk), maar ook in prijs. Zo is de Civic 1.0 te koop vanaf 24.700 euro, terwijl je voor de 1.5 minimaal 34.140 euro moet betalen. Een gat van bijna tien mille!

Ik heb gereden met de Civic 1.0 Premium. Die zit met zijn 33.220 euro dicht in de buurt van de goedkoopste 1.5. Een fors bedrag voor een middenklasser, maar de Premium heeft dan wel onder meer leren bekleding, automatische tweezone airco, stoelverwarming voor en achter, draadloze telefoonlader, Honda Connect met 7-inch touchscreen, DAB, navigatie, High Power Audio met elf luidsprekers, LED koplampen, achterlichten en daglichten en17-inch lichtmetalen wielen.

Concurrenten

Met zijn 4,52 meter is de nieuwe Civic in het C-segment de grootste van allemaal. Het scheelt doorgaan zo’n twee decimeter in lengte met de concurrenten. Dat zijn er nogal wat. In alfabetische volgorde: Alfa Romeo Giulia, Citroën C4, Fiat Tipo, Ford Focus, Hyundai i30, Kia Cee’d, Mazda3 (die komt met 4,465 meter aardig in de buurt), Nissan Pulsar, Opel Astra, Peugeot 308, Renault Mégane, Seat Leon, Skoda RapidSpaceback, Toyota Auris en natuurlijk de Volkswagen Golf.

Aan de maat

De nieuwe Civic is dus flink aan de maat. Zo oogt hij ook. En hij valt nog steeds op, al zijn misschien de scherpe kantjes ervan af. Toch blijft hij tussen zijn concurrenten een buitenbeentje. Om te beginnen omdat het een vijfdeurs coupé is. De daklijn loopt na de B-stijl flink af en dat maakt de Civic heel dynamisch. De neus is lekker agressief door de forse bumper/spoiler met links en rechts naast het kenteken de mistlampen vervat in opvallende roosters. De neus is ook erg spits. Aan de achterzijde valt direct de dubbele spoiler (boven en onderaan de achterruit) op en ook hier die markante vlakken in de bumper. De achterlichten vormen samen met de onderste spoiler een fraai geheel. Heel markant.

Lage zit

Wat mij direct opviel toen ik in de Civic stapte, was de lage zit. Je zit dichter bij de grond dan in het vorige model. Dat verhoogt de sportieve beleving. Je kunt lager zitten omdat de brandstoftank verhuisd is van onder de voorstoelen naar de achterbank. Van alle C-segment auto’s hebben de nieuwe Civic, plus Mazda3 en Nissan Pulsar met 2,70 meter de langste wielbasis en dat merk je achterin. Door de aflopende daklijn is de hoofdruimte weliswaar beperkt, maar de beenruimte opvallend groot. Ook de laadruimte mag er zijn. Die varieert van 478 tot 1.245 liter. Zelfs de laadruimte van de Rapid Spaceback van Skoda, dat toch bekend staat om zijn royale binnenruimte, kan er niet aan tippen.

Daarnaast zitten de stoelen prima, al zou de zitting iets langer mogen, en is de afwerking van het interieur en de kwaliteit van de materialen bovengemiddeld goed. Dat geldt ook voor de ergonomie en de afleesbaarheid van het kleurenaanraakscherm. Het instrumentarium is volledig digitaal, maar minder futuristisch dan voorheen.

Driepitter

Voorlopig een wat onevenwichtig aanbod aan motoren. Daar komt in de toekomst enige verandering in. In ‘mijn’ Civic voor één week een zeer compact ’torretje’. Het is een driecilinder met nog geen 1.0 liter cilinderinhoud. Hij levert dankzij een turbo voldoende vermogen (95 kW/129 pk) en koppel (200 Nm bij 2.250 toeren). Lekker soepel dus. De driepitter is alleen bij hoge toeren te horen en maakt dat specifieke, wat rauwe geluid van een motor met een oneven aantal cilinders. De zesbak schakelt werkelijk perfect. Duidelijk en met korte schakelwegen. Over de prestaties ook geen klagen. Topsnelheid 203 km/uur en de acceleratie van 0 naar 100 km/uur neemt iets meer dan elf seconden in beslag. Uitgaande van de beloofde 1 op 19,6 valt de 1 op 16,1 in de praktijk zeker niet tegen.

Uitleven

Honda heeft de reputatie auto’s te bouwen met een sportieve inslag en de nieuwe Civic vormt hierop geen uitzondering. Je kunt je lekker uitleven met de Japanner, zeker op bochtige binnenwegen. De besturing is scherp. Omdat je lekker laag bij de grond zit (lager zwaartepunt, maar voor ouderen is de instap daardoor iets lastiger) voel je heel goed aan wat de Civic doet. Hij is licht onderstuurd, maar dat is simpel te corrigeren. Hoge snelheden zijn geen enkel probleem en zijwind lijkt niet te bestaan. Ondanks die sportieve inborst is de afstelling van het onderstel zeker niet te hard. Alleen met kleine oneffenheden heeft de vering wat moeite. Maar daartegenover staat een uitstekende wegligging en een dito stel remmen.

Conclusie

In een ver verleden deed de Honda Civic zijn naam eer aan als brave burgerauto, zonder al teveel uitstraling en pretenties. Dat is de laatste paar generaties wel anders geworden. De Civic valt op in het C-segment door zijn coupéachtige carrosserie. Maar dat is zeker niet de enige kwaliteit. De Civic is opvallend ruim van binnen, heeft een kwalitatief bovengemiddelde afwerking en ontzettend fijne rijeigenschappen. Hij is dan ook zeker het overwegen waard. Daarbij is de 1.0-liter driecilinder zeker geen straf.