Door Hans van Sunder op woensdag, 23-08-2017 in

Voorzichtig ‘bravootje’ voor Tipo

Fiat is niet altijd even succesvol geweest met modellen die zij op andere continenten liet bouwen en naar Europa haalde. De Palio, die uit Brazilië kwam, is daar een voorbeeld van. Nu maakt de Tipo een comeback. Die schopte het in 1989 nog tot Auto van het jaar. Dat zal met de nieuwe Tipo niet zo snel gebeuren, maar dat wil niet zegen dat het geen goede auto is. Zo won hij vorig jaar wel de AutoBest award.

De nieuwe Tipo was eerst uitsluitend te koop als Sedan. Sinds kort zijn daar de Hatchback en SW (stationwagon) bij gekomen. In Turkije, waar hij wordt gebouwd en in samenwerking met Tofas ontwikkeld is, heet hij Aegea. In Mexico wordt de wagen als Dodge Neon verkocht en in Europa is de oude modelnaam Tipo van stal gehaald. Het nieuwe model is dus een echte wereldauto en wordt in meer dan 50 landen aangeboden.

Toen het nieuws over de nieuwe Tipo de wereld in werd geslingerd, beloofde Fiat dat de prijzen ver onder de 20 mille zouden komen te liggen. Dat is met de Sedan (vanaf 19,495 euro) en de Hatchback (vanaf 19.995 euro) maar net gelukt. Niet met de SW, die te koop is vanaf 20.995 euro. Dit voor de 1.4 16V (70 kW/95 pk) Pop. Ik heb gereden met de duurste variant: de 1.6 MultiJet 16V diesel met DCT-automaat (dubbele koppeling) in Business Lusso uitvoering. Die kost 27.795 euro en dat is exact even veel als de Business Lusso met 1.6 16V benzinemotor en automaat. De metallic lak (Bronzo Magnetico) kost 695 euro en een volwaardig reservewiel 125 euro extra. De Business Lusso heeft een complete uitrustig met onder andere leren bekleding, regen- en lichtsensor, parkeersensoren achter, donkergetint ramen achter, automatisch dimmende binnenspiegel, Uconnect navigatie met 7-inch kleurenaanraakscherm, automatische airco en cruise control.

Concurrenten

Net als zijn illustere voorganger en Auto van het jaar 1989 hoort de nieuwe Tipo thuis in het C-segment. Dat van de compacte middenklassers. Daar moet deze Turkse Italiaan opboksen tegen gevestigde namen als de Volkswagen Golf, Opel Astra, Peugeot 308, Renault Mégane, Ford Focus, Citroën C4, Seat Leon, Skoda Rapid en een flink contigent concurrenten uit het verre Oosten zoals de Honda Civic, Hyundai i30, Kia Cee’d, Mazda3, Nissan Pulsar en Toyota Auris.

Keurige verschijning

Op het design van de Tipo is weinig aan te merken. De SW is gewoon een keurige verschijning. Niet een auto waar je autohart van overslaat, maar wel één waar je je prima mee kunt vertonen. Hij is een fractie hoger en maar liefst twee decimeter langer dan de Hatchback. Die extra lengte ziet aan de achterzijde, want de wielbasis is voor alle modelvarianten met 2,638 meter gelijk. De overhang achter is dus vrij lang, maar doet niets af aan het harmonieuze lijnenspel.

Hard plastic

Die extra lengte bij gelijkblijvende wielbasis heeft als consequentie dat de laadruimte van de Tipo SW flink aan de maat is. Minimaal 550 liter en daar kun je wat mee. De laadruimte is lekker diep, fraai afgewerkt en een tildrempel ontbreekt. Bovendien is de achterbank in twee delen neer te klappen en dan wordt de bagageruimte meer dan dubbel zo groot.

Over de stoelen heb ik ook geen reden tot klagen. Deze zijn goed verstelbaar en bieden veel steun. Voorin is de ruimte royaal en ook achterin is het goed te doen, al is de hoofdruimte niet optimaal. Wel is het jammer dat in het interieur veel hard plastic is gebruikt en dat komt de ‘look and feel’ niet ten goede. Het maakt ook een wat goedkope indruk. Het dashboard ziet er verzorgd en overzichtelijk uit met midden op het dashboard een tabletachtig kleurenscherm.

Brom

Fiat levert de Tipo met vier verschillende motoren, gelijk verdeeld over twee benzine- en twee dieselmotor. Ik ben op pad geweest met de diesel: de 1.6 MultiJet 16V DCT, dus met een zestraps automaat met dubbele koppeling. Een prima combinatie, die voor een vlotte rijstijl zorgt. De zesbak schakelt bijna onmerkbaar over en is ook handmatig te bedienen. Je hoort wel duidelijk dat er een diesel in het vooronder aan het werk is. Je hoort bijna continu een brom. Daar tegenover staat dat de prestaties dik in orde zijn. De MultiJet diesel levert 88 kW/120 pk en 320 Nm koppel bij 1.750 toeren. Dus veel trekkracht onderin en lekker soepel. Dat levert een topsnelheid op van 200 km/uur en een sprint van 0 naar 100 km/uur is net iets meer dan tien tellen (10,4 seconden). Met 1 op 28,6 volgens de officiële verbruikscijfers zou je op een volle tank (50 liter) ruim 1.400 kolometer ver kunnen komen, maar ik zou het er niet op wagen. Met 1 op 20,1 haal je op de laatste druppels net 1.000 kilometer.

Aangepast

Met de Tipo wil Fiat scoren in het Midden-Oosten en Afrika en ook een graantje meepikken in Europa. Het onderstel, niet het meest verfijnde, is voor de Europese markt aangepast. Goed aangepast, maar daarmee behoort de Tipo niet tot de lekkerst rijdende auto’s in zijn klasse. Hij haalt een ruime voldoende. Met drempels heeft de vering wat moeite, maar verder is hij comfortabel. Daarnaast mag de wat vage besturing beter, zou vooral meer gevoel mogen geven. Op hogere snelheden voelt de Tipo solide aan en is licht onderstuurd in de bochten. Hij nodigt niet echt uit tot sportief rijden. Over de remmen geen klagen en de veiligheidsuitrusting is voldoende en voor niet al teveel geld op te waarderen.

Conclusie

De nieuwe Tipo komt bij geen enkel aspect boven de middelmaat uit. Hij excelleert nergens in en scoort ook geen onvoldoendes. Het is een auto die doet wat hij moet doen. Als vervanger van de Bravo is het een brave auto, die bij mij geen driewerf bravo ontlokt.