Door Hans van Sunder op dinsdag, 12-01-2021 in

Compleet comfort

Niet alleen volgt de nieuwe C4 van Citroën de twee jaar geleden uit het programma gehaalde C4 hatchback op, maar hij komt ook in de plaats voor de karakteristieke C4 Cactus. Niet zo heel gek dus dat hij de carrosserievormen van dat duo in zich verenigt. De nieuwe C4 waar ik de elektrische variant van reed, maar die er ook met benzine- en dieselmotor is, is dan ook een crossover.

Hij heeft wel iets van een hatchback, van een SUV, maar ook de vrij sterk aflopende daklijn van een Coupé en de bijzonder achterruit die in tweeën wordt gedeeld door een spoiler. Dat zagen we eerder bij de Honda Civic CRX uit de jaren negentig van de vorige eeuw.

Het prijsverschil tussen de C4 met brandstofmotor en de elektrische C4 is 11.500 euro. Voor de C4 PureTech 130 Feel betaal je 27.690 euro en voor de ë-C4 Feel is dat 38.190 euro. Daarmee valt deze versie binnen de magische grens van 40.000 euro om bij zakelijk gebruik voor het volledige bedrag in aanmerking te komen voor 12 procent bijtelling. Alleen voor de door mij gereden Shine moet meer dan 40 mille betaald worden en wel 40.740 euro. Dus over 740 bedraagt de bijtelling 22 procent. Overigens hing er aan mijn testauto een prijskaartje van 44.165 euro, want voor de Iceland blauwe metallic lak moet 725 euro, voor de Ambiance zwarte bekleding 650 euro, voor de Pack Park Assist 400 euro en Pack HiFi-audio 350 euro extra bijgelapt worden.

Concurrenten

De ë-C4 is technische identiek aan de Peugeot e-2008 en ook wat afmetingen betreft schelen ze niet veel van elkaar. De Peugeot is wel iets duurder. Die koop je niet voor minder dan 40 mille (vanaf 40.930 euro). Maar daarentegen is de binnenkort te lanceren Opel Mokka-e, die ook op hetzelfde platform is gebouwd en dezelfde aandrijflijn heeft, weer een behoorlijk stuk goedkoper (vanaf 34.299 euro), maar is weer wat kleiner. Een andere, nieuwe concurrent is de binnenkort te lanceren Volkswagen ID.4. En dan is er natuurlijk nog de prijstechnisch interessante Mazda MX-30, maar die heeft een veel kleinere actieradius en de zeer populaire Kia e-Soul. De DS3 Crossback E-TENSE, Hyundai Kona Electric en gunstig geprijsde MG ZS zijn als concurrent ook niet uit te vlakken.

Crossover

Wat is nu een SUV en wat is nu een crossover? Daar is nogal eens discussie over, maar bij de ë-C4 is het zonneklaar: dat is een crossover. Hij verenigt de carrosserievormen van een hatchback met die van een coupé (aflopende daklijn) en staat net als een SUV iets hoger op de ‘poten’. Opvallend is de achterzijde. Daarin een flinke achterruit, maar die wordt gesplitst door een spoiler. Gelukkig zit deze niet halverwege de ruit, maar meer onderin, waardoor het zicht naar achteren niet al teveel wordt belemmerd. Het is net even anders, al heeft Citroën heeft niet te primeur, want eind jaren tachtig, begin jaren negentig zagen we dit eerder bij de Honda Civic CRX. De elektrische C4 is aan de buitenzijde te herkennen aan de e met trema onder de buitenspiegels en de blauwe rand rondom de mistlampen en aan de voorzijde van de airbumps.

Comfort

Comfort wordt bij de C4 met een hoofdletter geschreven. Heerlijk zitten de stoelen (Comfort Setas), alleen zouden die voor mijn benen wel een iets langere zitting mogen hebben. Ze zijn prima te verstellen en in combinatie met het in hoogte en diepte verstelbare stuur, zorgt dit voor een goede zitpositie. De gebruikte materialen zijn van hoge kwaliteiten en voelen prettig aan.
Verder is het digitale dashboard goed afleesbaar en is het kleurenaanraakscherm van het infotainment-/navigatiesysteem voldoende groot. Het is fijn dat de airco niet alleen middels de touchscreen te bedienen is, maar dat onder het scherm ook een klassieke airco-unit met draaiknoppen is voorzien.
Overal in de C4 tref je handige opbergvakken aan. Bijzonder is de schuifla voor een tablet met daar boven een houder.
Voorin is de ruimte groot genoeg. Achterin is de beenruimte ook zeker niet slecht, maar door het aflopende dak is de hoofdruimte beperkt en zit je, als je langer bent dan 1,885 meter, met je kruin tegen het dak. De laadruimte varieert van 380 tot 1.250 liter en kan ermee door. De laadkabels zijn keurig onder de laadvloer op te bergen.

Bekende

Concern breed past PSA dezelfde elektrische aandrijflijn toe. Hij ligt al in de Peugeot e-208 en e-2008, de Opel Corsa-e, straks in de Opel Mokka-e en in de DS3 Crossback E-TENSE en heeft geen verrassingen meer voor mij, want eerder reed ik al de e-2008, Corsa-e en DS3. De elektromotor is goed voor een vermogen van 100 kW/136 pk en een maximumkoppel van 260 Nm. Dat vertaalt zich in een acceleratie van 0 naar 100 km/uur in 9,7 seconden en een topsnelheid van 150 km/uur. De ë-C4 is heel erg stil, ook op hoge snelheid. Het geluid van de bandengeruis en rijwind worden goed gefilterd.
Belangrijk bij een elektrische auto is de actieradius. De ë-C4 heeft hetzelfde accupakket als de eerder genoemde auto’s (50 kWh), maar verrassend genoeg kom je er volgens de WLTP-cyclus verder mee (350 kilometer). De praktijk is echter weerbarstiger en een rijbereik van rond de 250 kilometer, zeker als het kouder is, is realistischer. Ook hangt die ook sterk af welke routes je rijdt. Veel snelweg betekent minder kilometers. In de Brake modus, waarin sterker wordt afgeremd, kun je er nog wat extra kilometers uitpeuteren.
De ë-C4 wordt standaard geleverd met een 11 kW 3-fase laadkabel. Snelladen kan tot 100 kW.

Rijcomfort

Citroën wordt nog steeds geassocieerd met een hoog rijcomfort en de ë-C4 doet dat imago eer aan. Dankzij de zogenaamde Progressive Hydraulic Cushions keren de tijden van de ouderwetse veerbollen weer terug. Oneffenheden worden opgevangen alsof je op een vliegend tapijt zit, maar dan zonder zweverig te zijn. De C4 deint zeker niet, helt ook niet overmatig over in de bochten en blijft op hoge snelheid en met flinke zijwind heel stabiel. Wel zou de besturing in de middenpositie iets meer feedback mogen geven. De besturing voelt dan licht en gevoelloos aan. De remmen houden de 1.500 kilo zware C4 prima onder controle en de veiligheidsuitrusting laat weinig te wensen over.

Conclusie

Met zijn coupéachtige styling is de C4 een sportief ogende crossover. Hij ziet er aantrekkelijk uit en het interieur is fraai, kwalitatief hoogstaand en ruim. Er zijn binnen het segment modellen met een grotere actieradius, maar daar hangt dan meestal wel een hoger prijskaartje aan, dus de ë-C4 is zo’n gekke keuze nog niet, zeker niet als je veel waarde hecht aan comfort, want dat is wat deze Citroën in de genen zit.