Door Hans van Sunder op woensdag, 24-02-2016 in

Van achter naar voor

Compacte crossovers, of zoals ze vroeger heette SUV’s, zijn mateloos populair. Deze auto’s worden vooral gewaardeerd vanwege hun hoge zit, gemakkelijke entree en hun stoere uitstraling. Je vindt ze in alle soorten, maten en prijzen. In het hogere segment is de compacte BMW X1 een sterke speler. Die is behoorlijk op de schop gegaan.

Dat is misschien aan de buitenzijde nog niet eens zo heel goed zichtbaar, want het basisconcept is onveranderd gebleven. Nee, onderhuids is van alle gebeurd, maar laat ik nu niet direct al mijn kruit verschieten.

Eerst maar eens melden met welke versie van de X1 ik een week op pad ben geweest. Dat was de X1 xDrive 25i. Dus een variant met vierwielaandrijving met onder de motorkap een 2.0-liter turbobenzinemotor gekoppeld aan een 8-traps automaat. Prijs 52.336 euro. En dan gaan we rekenen. De lijst met opties is zo groot, dat ik ze niet allemaal ga noemen. Voor de witte metallic lak moet 1.050 euro extra betaald worden, voor het High Executive pakket 4.795 euro, voor elektrisch verstelbare voorstoelen 1.014 euro, voor het BMW Travel Pack 895 euro, voor een trekhaak met afneembare kogel 854 euro, voor het glazen panoramadak 1.335 euro, voor Driving Assist Plus 1.302 euro en voor de Harman-Kardon geluidsinstallatie 843 euro. Met nog talrijk ander klein spul komt de prijs uit op 72.699 euro. Daarvan verdwijnt -BMW splitst dat altijd graag uit – op de kop af 18.653 euro in de staatskas met de vriendelijke dank van minister Dijsselbloem.

De BMW X1 is een compacte SUV, die duidelijk thuishoort in het premium segment en daarin het gevecht aan moet gaan met de Audi Q3, Mercedes GLA, Range Rover Evoque en Lexus NX 300h.

Gedrongen

Hoewel de X1 heel bekend overkomt, is er toch veel veranderd. Zo heeft hij heel andere verhoudingen gekregen. Hij is met 4,44 meter bijna vier centimeter korter dan zijn voorganger, maar wel ruim twee centimeter breder en dik vijf centimeter hoger. Hij komt daardoor krachtiger, gedrongen over. De bekende BMW-grille wordt nu geflankeerd door forse koplampen, op de flanken accentueert een scherpe vouw de iets oplopende schouderlijn en dat in combinatie met de juist iets aflopende daklijn zorgt voor een dynamisch silhouet. Boven de achterruit hangt een spoiler als afdakje en achter op het dak een haaievinantenne. Onder voor- en achterbumper bevinden zich beschermplaten. De neus van de X1 is zichtbaar korter dan van zijn voorganger. Dat heeft alles te maken met de nu dwarsgeplaatste motor.

Opvallend

Mede dankzij die dwarsgeplaatste motor is de X1, ondanks dat hij wat korter is geworden en de wielen minder ver uit elkaar staan, ruimer geworden van binnen. Het is achterin, zeker als de voorstoelen in de achterste stand staan, niet heel royaal wat de ruimte betreft, maar met een beetje inschikkelijkheid van de inzittenden voorin is op de achterbank heel behoorlijk te zitten. Voorin zit je overigens uitstekend in stevige, goed steun verlenende stoelen. De bestuurdersstoel is ruim verstelbaar en in combinatie met de in hoogte en diepte verstelbare stuurkolom is een ideale zitpositie te creëren. Zoals altijd zijn de afwerking en de gebruikte materialen in de X1 van onberispelijke kwaliteit.

Opvallend is dat, ondanks dat wielbasis en lengte zijn gekrompen, de laadruimte substantieel is toegenomen en wel van 420 naar 505 liter. De achterbank is in drie delen neer te klappen en optioneel is de achterbank verschuifbaar. Met het als optie leverbare Comfort Access (zat op mijn X1) kun je de achterklep openen met een voetbeweging. Maximaal is het laadvolume 1.550 liter.

Super

BMW heeft natuurlijk een reputatie hoog te houden als sportief merk en mijn X1 xDrive 25i voldoet daaraan. De 2.0-liter TwinPower turbobenzinemotor is goed voor 170 kW/231 pk en een maximum koppel van 350 Nm en dat al net even boven het stationair toerental (1.250 toeren). Deze motor zorgt voor ronduit sportieve prestaties en dan te bedenken dat ‘mijn’ X1 leeg ruim 1.600 kilo weegt. Toch vergt de sprint van 0 naar 100 km/uur slechts 6,5 seconden en vindt de X1 het bij 235 km/uur wel genoeg. Bovendien vormt de motor een super combinatie met de 8-traps automaat. Die kun je gewoon zelf zijn werk laten doen, maar je kunt ook handmatig schakelen (met flippers achter het stuur). De motor produceert een lekker geluid, dat te allen tijde op de achtergrond blijft en de souplesse van de motor is subliem. Leuke bijkomstigheid is dat het brandstofverbruik ook niet al te hoog oploopt. Goed de beloofde 1 op 15,6 wordt zoals zo vaak niet gehaald, maar 1 op 12,1 is helemaal niet slecht.

Slim

Een groot wezenlijk verschil is, dat de X1 nu in principe een voor- en geen achterwielaandrijver meer is. Bovendien is de motor nu dwars en niet meer in lengterichting geplaatst. Als xDrive heeft de X1 intelligente vierwielaandrijving. Slim worden de aandrijfkrachten over de voor- en achterwielen verdeeld en dit resulteert in een uitermate prettig rijdende SUV, die lekker sportief is en geen krimp geeft. Zijwind heeft geen vat op de X1, in snelle bochten voelt hij heel solide en veilig aan en bij de afstelling van het onderstel is een goede balans tussen comfort en sportiviteit gevonden. Daarbij geeft de besturing veel feedback. Met het Driving Assist Plus wordt niets aan het toeval overgelaten. De remmen zijn formidabel.

Conclusie

BMW bevestigt ook met deze X1 xDrive 25i zijn kwaliteiten. Verpakt in een meer dynamisch jasje is de X1 wezenlijk veranderd. De verhoudingen liggen anders, de motor ligt anders (dwars) en drijft in principe de voorwielen aan. De X1 is ruimer van binnen, rijdt als de beste en is heel veelzijdig. Kwaliteiten die het beeld versterken dat BMW nog steeds uitstekende auto’s maakt.