Door Hans van Sunder op dinsdag, 05-01-2016 in

Afgeslankte allrounder

Maatschappelijk onverantwoord, benzine-slurpers. P.C Hoofttractor werd bijna een geuzennaam. Maar die kritische noten zijn al lang gekraakt en de mastodontische SUV is weer net zo populair als in het verleden. Tijden veranderen, dus ook de Q7.

De nieuwe Q7 is nog steeds ruim vijf meter lang (5,052 meter om precies te zijn). Een fractie kleiner dan zijn voorganger. Iets minder intimiderend, maar nog steeds imposant. Veel belangrijker, vooral voor brandstofverbruik en rijeigenschappen, is dat de Q7 op dieet is geweest. Hij is tot wel 325 kilo afgeslankt.

De Q7 is niet direct een auto die je op elke hoek van de straat tegenkomt. Door zijn prijs is hij alleen bereikbaar voor de ‘happy few’. De P.C. Hooftstraat en ’t Gooi zijn meer zijn natuurlijke habitat dan een landerig modderweggetje. Hij is door zijn vierwielaandrijving handig voor naar de wintersport of om een paardentrailer te trekken. Je ziet hem niet gauw door de vette klei ploeteren. Je kijkt wel uit. Dat doe je niet met een auto van meer dan een ton.

De door mij gereden Q7 3.0 TDI quattro staat in basisuitvoering voor 82.782 euro in de prijslijst. Wil je hem een beetje leuk aankleden, zoals de versie waarmee ik op pad ben geweest, dan zit je zo boven de ton. Ga maar na: Pro Line S pakket 11.200 euro, panoramadak 2.451 euro, metallic lak 1.372 euro, Bose Sound System 1.612 euro, hemel in Alcantara 2.087 euro, adaptieve luchtvering sport 3.361 euro en Matrix Led-koplampen 3.613 euro. Dit is maar een deel van de opties op ‘mijn’ Q7, die uiteindelijk 125.178 euro kost.

Zachtmoediger

Toen de eerste grote SUV’s (BMW X5, Mercedes GL, Range Rover en Q7) op de markt kwamen, was het even schrikken. Door onze ‘doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek-genoeg-mentaliteit’ kwamen deze auto’s op z’n zachtst gezegd overdreven, protserig over. Ze riepen een zekere afgunst op. Bezitters waren patsers. Ik weet nog dat ik ze een ‘waste of space’ noemde: ruimteverspilling. Heel veel auto, maar van binnen niet veel groter dan een middenklasse stationcar.

Maar ze werden een succes en zijn nooit meer weggegaan. De nieuwe Q7 is nog steeds imposant, maar deels door de gewenning minder intimiderend. Ik moet zelfs eerlijk bekennen dat ik de Q7 wel kan waarderen. Door de nog steeds enorme, maar lager geplaatste grille en de smalle koplampen komt hij zachtmoediger over. Hij oogt ook dynamischer.

Klasse

Mag er dan wel eens kritiek zijn op het design van Audi, dat tijdloos (lees saai) wordt genoemd. Over de kwaliteit en de afwerking van het interieur is iedereen het eens: grote klasse. Het interieur van de Q7 geeft je echt een premiumgevoel. Schitterend leer, smaakvol chroom en een afwerking als door een ringetje te halen. Je voelt je in de Q7 welhaast onaantastbaar door de lekker hoge zit. Je hebt een heel goed overzicht en kunt de carrosserie prima overzien. De (elektrisch verstelbare) stoelen zitten werkelijk voortreffelijk. Ze geven veel steun en zijn dermate goed te verstellen dat ze, in combinatie met het in hoogte en diepte verstelbare stuur, voor een perfecte zitpositie zorgen. Het comfort in de Q7 staat op ongekend hoog niveau. En je hebt volop de ruimte. Voorin zit je als een vorst, op de achterbank idem dito en wie helemaal achterin plaats moet nemen, heeft het zeker niet slecht. De Q7 is als vijf- en zevenzitter leverbaar. Daarbij heeft de laadruimte flinke proporties (290/770/1955 liter).

Acht trappen

Vooralsnog is de Q7 uitsluitend leverbaar met 3.0-liter V6-motor, benzine of diesel. Ook komt er nog een E-tron (hybride). De 3.0 TDI dieselmotor die ‘mijn’ Q7 van zijn plaats krijgt, levert 200 kW/272 pk en maar liefst 600 Nm koppel. In acht trappen zorgt de tiptronic automaat voor een comfortabele verplaatsing. De combinatie motor en versnellingsbak laat niets te wensen over. Hier wordt perfectie dicht benaderd. De motor doet bovendien zijn werk in betrekkelijke stilte en is heerlijk soepel. Zoals je met een topsnelheid van 234 km/uur en een sprint van 0 naar 100 km/uur in 6,3 seconden (6,5 seconden zevenzitter) over de prestaties niet te klagen hebt. Zo ook niet over het verbruik, motor en gewicht (toch nog ruim twee ton) in aanmerking genomen. Dat de beloofde 1 op 16,4 puur theoretisch waarde heeft, is geen verrassing. Wel dat 1 op 12,8 haalbaar is.

Lichtvoetiger

Was de eerste Q7, die een stuk zwaarder was, nogal log. De nieuwe is merkbaar lichtvoetiger. Hij is daardoor ook wendbaarder en stuurt beter. Dat zorgt vooral op bochtige wegen voor een veel dynamischer rijgedrag. Dankzij de permanente vierwielaandrijving, die de verdeling van de aandrijfkrachten tussen voor- en achterwielen voortdurend aanpast aan de mate van grip, voelt de Q7 in bochten heel voorspelbaar en solide aan. Onderstuurd is hij nauwelijks, mede dankzij de vierwielbesturing. De besturing is weliswaar aan de lichte kant, maar heeft voldoende ‘gevoel’. Met de luchtvering heb je in de Comfort-stand geen last van oneffenheden en wil je wat sportiever rijden dan is de Dynamic-stand de juiste keuze. De remmen houden de Q7 in het gareel, net als ESP en de assistentiepakketten Tour en City.

Conclusie

Het valt niet te ontkennen dat een auto als de Q7 – zeker in het verleden – in het verdomhoekje heeft gezeten. Dat daar een zeker afgunst niet vreemd aan was, laat zich raden. Audi sluit zijn ogen niet voor de maatschappelijke discussie en neemt zijn verantwoordelijkheid, overigens niet in de laatste plaats door de steeds strengere milieunormen. Feit is dat de Q7 een stuk minder zwaar en daardoor zuiniger is. Dat hij er ook nog eens minder intimiderend uitziet, beter rijdt en ruimer van binnen is, is mooi meegenomen.