Door Hans van Sunder op donderdag, 08-12-2016 in

Terug aan het front

Zeven finalisten zijn er nog over bij de verkiezing van Auto van het Jaar 2017. Op 6 maart is de uitslag bekend. Onder die finalisten bevindt zich de nieuwe Alfa Romeo Giulia. Een welkome ruggensteun voor het roemruchte Italiaanse automerk dat hard aan een comeback werkt. Waarom de Giulia op gaat voor de titel is mij wel duidelijk geworden na een week rijden.

Ik ben al vanaf het moment dat ik met het roze papiertje in mijn achterzak achter het stuur van een auto mocht zitten, fan van Alfa Romeo. Alfa-rijden was een feest. Ze gingen soms wel stuk, maar dat mocht de pret niet drukken. Hoorde bij het karakter van een Alfa, zo werd enigszins vergoelijkend gesteld. Maar de boxer of zescilinder klonk als een klok en dankzij de achterwielaandrijving was het rijgedrag fabuleus. De 75 was de laatste (echte) Alfa met achterwielaandrijving en daarna veranderden de modellen meer en meer in veredelde Fiat’s. De boxermotor is (helaas nog) niet terug, maar aandrijving op de achterwielen wel. Eerst in de 4C en nu dan ook in de Giulia.

Het is te lang stil geweest bij Alfa Romeo en de lancering van de Giulia heeft ook langer geduurd dan waar mening Alfa-liefhebber op gehoopt had. Maar nu is hij dan toch eindelijk te koop. Voor een prijs vanaf 40.535,01 (all-in en dat is ook inclusief een veiligheidskit). De door mij gereden Giulia 2.2 JTDm (180) Super met handgeschakelde zesbak kost 44.835,01.  Met alle opties erbij (o.a.18-inch alu wielen, Sport Pack AFS, Climate Upgrade Pack, Driver Assistance Pack Plus en Connect Infotainmant System) komt de prijs uit op 54.885,01. Als we naar de vanafprijzen van de Audi A4, BMW 3 Serie en Mercedes C-Klasse kijken, dan beginnen die alle drie onder de 38.000 euro, maar hebben stuk voor stuk een minder krachtige motor dan de Giulia. Uit concurrentieoverwegingen (lagere instapprijs) zou een iets minder sterke basismotor het overwegen waard zijn.

Concurrenten

Bij het kiezen van de juiste concurrenten stuit ik op een dilemma. Alfa Romeo hoort niet direct thuis in het premium  segment, maar is ook geen zogenaamd ‘bread and butter’ merken. Daarom maar allemaal even genoemd: Audi A4, BMW 3 Serie, Jaguar XE, Lexus IS, Mercedes C-Klasse, Skoda Octavia, Toyota Avensis, Volkswagen Passat en Volvo S60.

Uit duizenden

De nieuwe Giulia is een klassieke vierdeurs sedan, maar wel een heel fraaie. Hij ziet eruit als een strak gesneden maatpak van Italiaanse snit. Het design klopt vanuit elke ooghoek. Aan de neus is de Giulia uit duizenden als een Alfa te herkennen door de markante grille. Ik vind hem ook wel wat weghebben van de Alfa 156 van weleer. Deze creatie van Walter de’Silva viel toentertijd enorm in de smaak en ik moet mij sterk vergissen als de nieuwe Giulia dat ook niet gaat doen. Ik ben in ieder geval niemand tegen gekomen die de Giulia lelijk vond. Hij straalt aan alle kanten dynamiek en sportiviteit uit.

Even zoeken

Er zijn nog maar weinig nieuwe auto’s over die je nog traditioneel met een sleutel moet starten. De meeste hebben een startknop. Ook de Giulia, maar die moest ik wel even zoeken. Hij bevindt zich namelijk op het stuurwiel. Daarop nog meer bedieningsmogelijkheden, waardoor het aantal knoppen op het dashboard beperkt blijft. Er zijn mooi materialen gebruikt en de afwerking staat op een hoog niveau. De stoelen, met leer bekleed, geven goede steun en zijn ruim verstelbaar. Dit in combinatie met een in hoogte en diepte verstelbaar stuur zorgt voor een bijna optimale (lekker laag) zitpositie.

De Giulia is 4,64 meter lang en heeft een flinke wielbasis van 2,82 meter. Achterin is de ruimte dan ook zeker niet slecht, maar wil je een beetje goed op de achterbank kunnen zitten, dan zullen de voorstoelen niet helemaal naar achteren gezet moet worden. De laadruimte varieert van 450 tot 1.200 liter.

Super

Van de 2.2-liter JTDm dieselmotor zijn drie varianten (100 kW/136 pk, 110 kW/150 pk en 132 kW/180 pk) Ik heb met de krachtigste gereden. Naast die 132 kW/180 pk levert hij ook nog een flink koppel van 450 Nm(!). Dat vanaf 1.750 toeren. Het laat zich raden dat deze diesel voor uitstekende prestaties zorgt, die de kwalificatie sportsedan voor de Giulia alle eer aan doet. Zo bedraagt de topsnelheid 230 km/uur en raffelt hij in 6,8 seconden de sprint van 0 naar 100 km/uur af. De handgeschakelde zesbak is prettig te bedienen. Schakelwegen zijn kort en duidelijk. De diesel produceert een donkere grom, die altijd op de achtergrond blijft. Efficiënt is de diesel ook. Hij is volgens de officiële verbruikscijfers met 4,0 l/100 km (1 op 25) net zo zuinig als de versie met 100 kW/136 pk. Door de grotere wielen (18-inch) wordt de consumptie iets opgevoerd, maar de 1 op 17,9 is heel mooi.

Achterwielen

De nieuwe Giulia is, net als zijn naamgenoot uit de periode 1962-1978, een achterwielaangedreven Alfa Romeo. Mede hierdoor heeft hij met 50/50 een ideale gewichtsverdeling. Ingrediënten dus voor een opwindend rijgedrag, dat ook geleverd wordt. Je kunt de Giulia nauwkeurig en precies een bocht laten nemen. Van onderstuur geen sprake en met een beetje extra gas is hij tot overstuur (achterzijde van de auto breekt iets uit) te verleiden, maar dat is niets om overstuur van te raken. De afstelling van het onderstel is zeker niet uitgesproken sportief (genoeg comfort), maar zorgt wel voor een zeer stabiel weggedrag. Hoge snelheden zijn geen enkel probleem. Zoals de remmen de Giulia, net als de vele veiligheidssystemen, in bedwang houden.

Conclusie

De nieuwe Alfa Romeo Giulia is een schitterende sportsedan, naar typisch Italiaans recept. Prachtig om naar te kijken, een feest om in te rijden. Het is een auto dat het merk Alfa Romeo weer terug op de kaart moet zetten en dat zal hem zeker gaan lukken. Alfa Romeo is terug aan het front.